Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

10 tips voor goed contact met mensen met dementie

Gepubliceerd op: 17-09-2024

Mensen met dementie krijgen vaak te maken met veranderend gedrag. Dit vraagt veel van de cliënt, maar ook van de mensen in hun omgeving. Hoe ga je om met een geheugen dat het steeds vaker laat afweten? En een veranderend karakter? 10 tips om je te helpen bij het contact met mensen met dementie.

Steeds meer mensen met dementie

De meeste mensen in onze samenleving komen in aanraking met mensen met dementie. Dit komt ook omdat steeds meer mensen met dementie langer zelfstandig thuis blijven wonen. In de toekomst zullen we steeds vaker worden geconfronteerd met mensen met dementie in onze omgeving.

Door de vergrijzing is het aantal mensen met dementie vervijfvoudigd. Op dit moment zijn er ruim 290.000 mensen met dementie. De verwachting is dat dit in de komende 25 jaar zal verdubbelen tot meer dan een half miljoen mensen.

1. Ieder mens is uniek

Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren, gewoonten en behoeften en wil op zijn eigen, persoonlijke manier benaderd worden. Vanuit het persoonsgerichte gedachtegoed staat de persoon voorop, niet de diagnose, de ziekte of de dementie. Daarom spreken we altijd van ‘iemand met dementie’ en niet over ‘de dementerende’.

2. Maak u bekend

Noem zo mogelijk iemand bij naam. Stel jezelf voor, en vertel wat je zou kunnen betekenen voor deze persoon. Ook als je de ander al kent kan het zijn dat hij je even niet herkent.

3. Leg contact met aandacht

Sta niet te ver weg als je tegen iemand met dementie praat. Maak oogcontact. Let op je mimiek, en probeer vriendelijk te kijken. Ook al begrijpt iemand met dementie niet helemaal wat er gebeurt, dan ziet hij in ieder geval een vriendelijk gezicht. Pak iemands hand als dat goed voelt. Praat niet met een te luide stem (tenzij iemand slechthorend is).

4. Vraag niet te veel naar feiten en gebeurtenissen van vandaag of gisteren

Het kan erg confronterend zijn om vragen te stellen waarin iemand veel feitelijke antwoorden moet geven. Vraag bijvoorbeeld: ‘Hoe was je dag?’ of: ‘Heb je een prettige dag gehad?’ in plaats van: ‘Wat heb je gisteren allemaal gedaan?’ Vragen die beroep doen op iemands geheugen kunnen tot extra verwarring leiden wanneer hij het antwoord niet weet.

5. Houd het simpel

Doe één ding of handeling tegelijk en praat over één onderwerp. Vraag één ding tegelijk en houd het tempo laag. Vraag bijvoorbeeld niet in één zin: ‘Heb je een leuke dag gehad, wat heb je eigenlijk allemaal gedaan en ben je de buurman nog tegengekomen?’ Stel deze vragen apart. Probeer storende achtergrondgeluiden te vermijden. Te veel prikkels kunnen leiden tot overprikkeling.

6. Let op iemands reactie en bevestig gevoelens

Let op hoe de ander reageert en ga daar ook op in. Benoem de gevoelens die je bij iemand ziet of hoort, bijvoorbeeld blijdschap of angst: ‘Ik zie dat je blij bent’ of ‘Ik zie dat je bang bent’. Ontken of negeer de emoties niet, ze mogen er gewoon zijn. Mensen met dementie kunnen deze gevoelens soms sneller uiten, ze hebben bijvoorbeeld snel tranen in de ogen of sneller een opgejaagd gevoel. Geef ruimte om gevoelens te tonen. Zeg niet: ‘Ach, ik vergeet ook weleens wat’, maar zeg dat u zich kunt voorstellen dat het rot voelt om zoveel te vergeten.

7. Ken iemand persoonlijk

Als je vaker met iemand met dementie omgaat, is het van belang om de ander beter te leren kennen. Wat is zijn levensloop? Hoe is zijn persoonlijkheid? En wie zijn belangrijke sociale contacten voor hem? Zo weet je beter hoe je op een persoonlijke manier met iemand om kunt gaan en vind je wellicht aanknopingspunten om een fijn gesprek aan te gaan, om een zinvolle bezigheid te ondernemen of om bepaalde voorkeuren of behoeften van de ander te begrijpen.

8. Deel complimentjes uit

Geef veel complimenten. De ander kan zo het gevoel hebben iets (nog) goed te kunnen en zijn eigenwaarde kan daardoor groeien. Corrigeer zo min mogelijk en bestraf iemand niet.

9. Neem mensen met dementie serieus

Ga serieus in op wat iemand zegt. Probeer erachter te komen wat hij bedoelt door verder te vragen of woorden of zinnen te herhalen. Het kan goed zijn dat een verhaal niet logisch klinkt voor je, maar dat er zeker wel een boodschap in zit.

10. Toon betrokkenheid

Toon telkens weer belangstelling, ook al ken je het verhaal dat iemand vertelt al. Vraag door naar hoe de ander het beleefd heeft, wat hij ervan vond. Zorg wel dat uw betrokkenheid oprecht is. Mensen laten zich niet zomaar voor de gek houden, dus mensen met dementie ook niet.