Vilans onderzoekt nieuw type zorgrobot
Gepubliceerd op: 06-02-2025
In 2023 onderzocht Vilans een knuffelbare zorgrobot uit Zuid-Korea, speciaal ontwikkeld voor thuiswonende mensen met dementie. De eerste verkenning toonde aan dat deze robot veelbelovend is voor de Nederlandse ouderenzorg en mogelijk ook toepasbaar is in andere sectoren, zoals de gehandicaptenzorg. Geïnspireerd door deze resultaten is een Nederlandse variant ontwikkeld. Reden voor Vilans om beide zorgrobots, samen gepresenteerd als knuffelbare digitale zorgassistenten, verder te onderzoeken. Wat slaat aan en wat vraagt om verbetering? En wat zijn verschillen tussen de sectoren?
Wat is een knuffelbare digitale zorgassistent?
Een knuffelbare digitale zorgassistent is een sociale robot in de vorm van een knuffelpop. De robot biedt niet alleen gezelschap, maar kan ook helpen met het aanbrengen van structuur in de dag. Daarnaast verzamelt de robot via sensoren data die gedeeld kan worden met zorgverleners en mantelzorgers en zo gedeeltelijk inzicht biedt in het leefpatroon van de cliënt.
Bob Hofstede, onderzoeker digitale zorg bij Vilans en promotieonderzoeker sociale robots aan de Technische Universiteit Eindhoven, legt uit: 'Bij de eerste verkenning zagen we veel mogelijkheden voor deze robot in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en dagbesteding. Helaas kon de Koreaanse Hyodol nog niet écht getest worden in Nederland, omdat deze geen Nederlands spreekt. De komst van de Nederlandstalige Maatje-pop geeft kansen voor vervolgonderzoek.'
Onderzoek in de gehandicaptenzorg
In 2024 breidde Vilans het onderzoek voor beide zorgrobots uit naar de gehandicaptenzorg. Samen met twee afstudeerders onderzochten zij de sociaal-ethische aspecten, gewenste functionaliteiten en voorkeuren voor gender en stemgeluid van sociale robots in deze zorgsector. Dit leverde waardevolle inzichten op voor het ontwerp en de functies van zorgrobots. Enkele aanbevelingen voor toekomstige ontwerpen:
- Ontwerp een robot die echte sociale interacties kan aangaan.
- Zorg dat de robot beschikbaar is in verschillende genders en etniciteiten.
- Gebruik een volwassen stem als standaard, met de optie om dit aan te passen.
- Maak vragen duidelijk, compact en zonder ruimte voor verwarring.
- Laat de robot de stemming van de cliënt herkennen en daarop reageren.
Het complete onderzoek ‘Verkennend onderzoek knuffelbare digitale zorgassistenten’ kun je downloaden bij Downloads.
Eerste testen in de ouderenzorg en revalidatiezorg
In 2024 testte Vilans de Maatje-pop in de revalidatiezorg en ouderenzorg. Dit leverde wisselende resultaten op:
- In de revalidatiezorg: de robot werd positief ontvangen, maar bleek ook stigmatiserend door het kinderlijke ontwerp en te ingewikkeld voor de cliënt. Wel zou deze goed voor vermaak kunnen zorgen op momenten dat de zorg niet aanwezig is.
- In de ouderenzorg: ouderen met dementie reageerden positief. De robot kon bij sommige cliënten een stukje onrust wegnemen en zo voor zorgmedewerkers de 'handen vrij krijgen'. Al accepteerde niet iedereen de robot, sommigen vonden het lastig om met een 'pop' te praten. Dit toont aan dat technologie beter afgestemd moet worden op de behoeften en wensen van cliënten.
Bob Hofstede benadrukt daarom dat technologie geen verplichting mag worden: 'Zorgrobots moeten aansluiten bij wat cliënten zelf willen. Een aanpak die bekendstaat als technology pull in plaats van de zogenoemde technology push.'
Het complete onderzoek is te downloaden bij Downloads onder de naam ‘Onderzoek knuffelbare digitale zorgassistent'.
Wat is nodig voor de toekomst?
Om de echte effecten van deze zorgrobots te meten, is het belangrijk om langduriger onderzoek te doen in de ouderen-, revalidatie- en gehandicaptenzorg bij cliënten die openstaan voor het gebruik ervan. Zo kan Vilans bepalen hoe de robots daadwerkelijk bijdragen aan de kwaliteit van zorg en leven.
De knuffelbare digitale zorgassistent is een veelbelovende ontwikkeling, maar er is nog werk aan de winkel. 'Er is nog verder onderzoek nodig om de effectiviteit te bewijzen, maar we zien zeker kansen voor verbetering van de robots en toekomstige waardevolle ondersteuning voor cliënten', besluit Hofstede.