Naar hoofdinhoud Naar footer

'Goed werkend cliëntendossier vereist voor aanpak onvrijwillige zorg'

Uit een rapportage van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) blijkt dat de invoering van de Wet zorg en dwang (Wzd) nog te traag verloopt. Toch zijn er lichtpuntjes te noemen, vindt Wzd-functionaris Joris van Erp van Ipse de Bruggen. Lokaal hebben zij al veel hobbels genomen en zijn ze nog maar een paar stappen verwijderd van de complete invoering: 'In de loop van dit jaar gaan we dit wel voor elkaar krijgen.'

Het rapport van de inspectie legt vooral de problemen rondom de coronamaatregelen bloot. Hierdoor kon scholing niet doorgaan en vielen multidisciplinaire overleggen en consultaties door externe deskundigen weg. Heel herkenbaar, vindt Van Erp. Ook bij Ipse de Bruggen merkt hij dat de organisatie overspoeld werd door corona. Toch is het implementatiejaar 2020 volgens hem goed gelukt. 'We zijn behoorlijk ver gekomen en de uitvoering heeft nog steeds een goede kans van slagen.' Hij begrijpt dat de inspectie pas tevreden is als alles goed geregeld is en zo ver zijn ze nu nog niet. Toch kijkt Van Erp tevreden terug op wat er wel bereikt is. 

Lokale samenwerking

Oktober vorig jaar startten ze met een regionale samenwerking met meerdere zorginstellingen om externe deskundigen uit te wisselen. Duurt onvrijwillige zorg langer dan zes maanden, dan moet er een externe deskundige mee kijken. Om onnodig regelwerk te voorkomen koppelt een bureau met medewerkers van ’s Heeren Loo het verzoek van een zorgverantwoordelijke voor een extern advies aan een arts, psychiater, gz-psycholoog, orthopedagoog-generalist of verpleegkundige van een andere organisatie. Zeven instellingen zijn hierbij aangehaakt: ASVZ, Gemiva-SVG Groep, Ipse de Bruggen, ’s Heeren Loo (regio’s Zuidwest-Nederland, Noordwijk en Zuid-Holland- Noord), Middin, Philadelphia en Raamwerk. 

‘We gaan uit van wederkerigheid, dus aan het einde van het jaar is het de bedoeling dat iedereen ongeveer evenveel deskundigen heeft uitgeleend als gevraagd’, aldus Van Erp. Samen zijn de organisaties goed voor zo’n 22.000 cliënten, waarvoor ze zo’n 2.800 keer per jaar een externe deskundige nodig hebben. Deze methode kan prima gekopieerd worden door organisaties. 'We krijgen hierover vragen uit andere hoeken van het land en kunnen dan onze werkwijze en formulieren delen. Daar vaart iedereen wel bij.' 

Crisisregisseur

Van Erp deelt de zorg van de inspectie dat de crisisdienst nog tekortschiet. 'Jaarlijks zijn er in onze regio slechts zo’n vijf opnames nodig, maar het is heel vervelend als er geen plek is. Je wil niet dat partijen naar elkaar gaan wijzen.' Gelukkig is er ook landelijk veel draagvlak om hier oplossingsgericht over te praten. Ipse de Bruggen maakt hiervoor lokaal afspraken met onder andere ’s Heeren Loo, Parnassia en de zorgkantoren. 'We kunnen niet op oude voet verder modderen ten nadele van de cliënt.' 

Sinds 1 januari 2021 is er een crisisregisseur die overzicht heeft op waar er crisisplekken zijn en wat voor plekken. Belangrijk, want sommige plekken zijn geschikt voor iemand die zich fel verzet en andere niet. Van Erp juicht de komst van de crisisregisseur toe. 'Het liefst zou ik zien dat er eerst wordt gezorgd voor voldoende plekken, dan is een opname regelen ook niet zo’n probleem.' 

Meer online scholing

Met de Wet zorg en dwang komt ook scholing om de hoek kijken, omdat de insteek van de aanpak is veranderd. Van Erp: 'Iedereen moet goed op het netvlies hebben dat onvrijwillige zorg ongewenst is en bedenken dat wat ze doen misschien niet vrijwillig is.' Volgens hem is er in de tijd veel veranderd op dit vlak. 'Vroeger deden we een keukendeur of keukenkastje op slot als mensen dooraten zonder rem. We registreerden dit niet eens. Nu vinden we dit niet normaal en moet iedereen weten dat dit onvrijwillige zorg is, al zal het niet altijd eenvoudig zijn een minder ingrijpend alternatief te bedenken.' 

Scholing is daarom heel belangrijk en Ipse de Bruggen verschoof dit naar online. 'Mensen moeten niet alleen dingen van papier kennen, maar ook vaardigheden leren. Door corona hebben we veel scholingen met beeldbellen en e-learning gemaakt. Daar zijn we behoorlijk bedreven in geraakt.'

Wat moet er nog worden gedaan?

'Voor een goed werkende aanpak is een goed werkend elektronisch cliëntendossier nodig. Punt.' Van Erp is hier stellig over: 'Zodra onvrijwillige zorg geregistreerd wordt, moet de zorgverantwoordelijke een pop-up krijgen op de juiste momenten. Bij ons werkt dit nu nog niet, maar alles staat in de startblokken.' Ook zijn er stappen gezet om het beleidsplan aan te passen, maar ook daar heeft corona voor flink wat vertraging gezorgd. Desondanks ziet Van Erp de toekomst zonnig in: 'In de loop van dit jaar gaan we dit wel voor elkaar krijgen, daar heb ik alle vertrouwen in. Naar tevredenheid van de cliënt, onszelf en de inspectie.'

Auteur: Chantal van der Leest

Deel deze pagina via:

Contactpersonen