Canada laat zich inspireren door thuiszorgaanpak Nederland
Gepubliceerd op: 27-09-2022
‘Het Nederlandse zorgstelsel gaat uit van een opzet die haaks staat op die van Quebec en Canada: in Nederland is het eerste doel om mensen thuis te houden’. Dat concludeert journalist Sylvain Desjardins van de Canadese publieke omroep Radio-Canada. Hij maakte afgelopen zomer een reportage over de Nederlandse langdurige zorg en sprak onder andere met Vilans-bestuurder Mirella Minkman en bezocht zorgorganisatie Alerimus.
In tegenstelling tot Canada en Quebec is het Nederlandse model van ouderenzorg meer gericht op thuisondersteuning, vooral als we naar de toekomst kijken. Er zijn in Nederland bijna de helft minder bedden voor senioren in openbare zorgcentra dan in Quebec. Het aantal plekken in zorgcentra voor 65-plussers in Nederland ligt op 2,5 bedden op 100 personen. In Quebec is dat 4 bedden op 100 personen. Maar ook in Canada voelt men dat dit model niet op de lange termijn houdbaar is door gebrek aan mensen en middelen.
Zorg thuis
Radio-Canada schrijft over de Nederlandse zorg: ‘Op enkele uitzonderingen na worden mensen aan het einde van het leven dagelijks tot hun laatste ademtocht thuis door verpleegkundigen of verzorgenden gevolgd. Thuiszorg en sociale activiteiten voor zieke ouderen worden grotendeels gefinancierd door de Nederlandse staat (centraal of decentraal vanuit gemeenten) en door een van de meest genereuze verzekeringen ter wereld. Aldus de reflectie van de Canadezen na zich verdiept te hebben in ons stelsel .
Uit de tv-reportage blijkt dat Canada net als Nederland de omslag wil maken naar mensen langer thuis laten wonen. Hiertoe brachten ze de zorgpraktijk in beeld bij thuiszorgorganisatie Alerimus. En ze spraken met Alerimus-bestuurder Trix van Os en Mirella Minkman van Vilans over het stelsel.
Goed oud
Op de vraag wat het verschil kan verklaren tussen het Canadese en Nederlandse model, antwoordt Minkman in de reportage: ‘Het is vooral een kwestie van filosofie en mentaliteit die dit verschil verklaart. En ook hoe we de zorg va oudsher ingericht hebben en financieren. In Nederland hechten daarbij mensen veel waarde aan het begrip autonomie, gezien worden en zelf iets kunnen beslissen. Iets blijven kunnen en iets voor een ander betekenen leidt ook tot een beter gevoel van eigenwaarde. Dat is enerzijds een risico als het niet lukt of als mensen geen hulp kunnen of durven vragen. Anderzijds houdt het ons langer zelfredzaam. Maar met alle uitdagingen die er zijn nu, moeten we leren om beter voor elkaar te zorgen in onze steden en dorpen om ons in staat te stellen goed oud te worden. Dat gaat van iets doen met en voor elkaar, tot aan de inrichting van onze woon- en leefomgevingen.’