Goede medische zorg voor iedereen; lokaal organiseren
Gepubliceerd op: 24-04-2024
In je eentje kun je niet het hele zorgstelsel omgooien. Toch kun je meer doen dan je denkt om medische zorg lokaal beter te organiseren. In deze sessie horen deelnemers een aansprekend voorbeeld en de achterliggende theorie.
‘Wat fijn dat er zoveel verschillende perspectieven deelnemen’, zegt Marleen Kraaij-Dirkzwager als ze ziet dat er verpleegkundig specialisten, artsen, POH’s, coördinatoren regionale netwerken, onderzoekers, programmamanagers, adviseurs, projectleiders en andere beroepsgroepen hebben ingelogd bij de subsessie. Marleen is arts Maatschappij en Gezondheid en mede-initiatiefnemer van www.ditisgoedezorg.nl. Uit de peiling met de Mentimeter blijkt dat veel deelnemers het leuk vinden om met onbekende collega’s te werken. En hoe staat het gevoel invloed te hebben op de zorg rond mensen met een WLZ-indicatie? Dan ervaart slechts de helft dat ze daar invloed op kunnen uitoefenen, laat Mentimeter zien.
Meld je aan voor ondersteuning van het programma MGZ in de regio
Cirkel van invloed
Marleen grijpt dit moment aan om uitleg te geven over de cirkel van invloed. Die heeft alles te maken met van wie en waarvan je afhankelijk bent. In de subsessie geven deelnemers aan dat ze voor zorgverlening vooral afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van huisartsen, de juiste professionals, financiering, de kwaliteit van zorgmedewerkers in de thuiszorg of intramuraal, van het CIZ, de wachtlijsten bij het verpleeghuis en tijdige communicatie over benodigde zorg. Onderwerpen waar de deelnemers later in break-outrooms met elkaar zullen discussiëren: aan welke knoppen kun jij draaien om tot goede zorg te komen? Die gesprekken zullen veel te kort blijken, mensen willen graag met elkaar onderzoeken waar kansen liggen om (toch) goede zorg te kunnen leveren!
Versnipperd stelsel
‘Mensen worden ouder, hebben vaker een chronische ziekte, verschillen vaker in achtergrond, zorgbehoefte en dus zorggebruik’, stelt Marleen vast. ‘Maar gebruiken we werkelijk meer zorg of is andere zorg nodig?’
Ze schetst direct de moeilijkheid als je lokaal goede medische zorg wilt organiseren: ‘Door de jaren heen is het zorgstelsel echter versnipperd geraakt. We zijn meer in doelgroepen gaan denken en in ons organisatieaanbod. Het is nodig dat we de patiënten- of cliëntenpopulatie in het midden zetten en vanuit daar kijken naar wie uit het netwerk iets kan bijdragen. Kortom: het organisatiegerichte samenspel wordt belangrijker.’ Marleen besluit: ‘Hoe huisarts Marcel Kerkhoven en verpleegkundig specialist i.o. voor WLZ (Wet Langdurige Zorg) in de huisartsenpraktijk Marian van der Haar dat vormgeven in Brummen, kan een voorbeeld zijn.’
Samen regionaal verantwoordelijk
De huisartsenpraktijk van Marcel Kerkhoven, die tevens een MBZ in de zorg heeft, is betrokken bij maar liefst veertien zorginstellingen vanuit zijn huisartsenpraktijk. Hij voelt de noodzaak om medische zorg lokaal voor iedereen goed te organiseren op basis van een gedeelde verantwoordelijkheid van alle zorgprofessionals in de regio. Met Marian van der Haar-Koldenhof zorgen zij voor 170 cliënten binnen WLZ-instellingen naast de reguliere huisartsenzorg.
Marian heeft een achtergrond als verpleegkundige en praktijkondersteuner ouderenzorg in de huisartsenpraktijk en merkte toen ze bij Marcels praktijk ging werken dat ouderen en mensen met een verstandelijke beperking te maken hebben met overeenkomstige problemen. ‘Ze zijn verminderd wilsbekwaam, de communicatie met zorgverleners en belangenbehartigers verdient aandacht, cliënten kunnen hun zorgvraag zelf niet goed duidelijk maken en dus is er dikwijls sprake van onder- of oversignalering.’
Ze tipt dan ook de Top 70-lijst van het CCE “Zoeken naar somatische verklaringen voor probleemgedrag”, die helpend kan zijn voor diagnose en behandeling van beide doelgroepen.
Functieprofiel
De overeenkomsten hebben de twee zorgprofessionals vervolgens gebruikt voor Marians functieprofiel als verpleegkundig specialist, waarbij ze het eerste aanspreekpunt is bij het MDO (multidisciplinair overleg), ze wordt ingezet voor proactieve zorggesprekken, deskundigheidsbevordering van het zorgteam en ze onderzoekt hoe de kwaliteit van medisch generalistische zorg (MGZ) kan worden verbeterd.
Relaties
Gedurende de anderhalf jaar dat de huisartsenpraktijk daarmee bezig is geweest, hebben ze veel geleerd. ‘Zoek elkaar bijvoorbeeld niet alleen op bij incidenten’, waarschuwt Marcel. ‘Vertrouwen groeit door met elkaar te gaan dóen. Daarbij is het belangrijk om tijd in relaties te steken en periodiek te evalueren hoe de samenwerking loopt. Je moet scherp hebben waar jouw verantwoordelijkheid ligt. Verder is het belangrijk om te blijven werken vanuit cliëntperspectief en ruimte maken om de vraag te onderzoeken en verschillende perspectieven in kaart te brengen. Ofwel: probeer te zoeken naar gemeenschappelijke verantwoordelijkheden.’
Een advies van hem als huisarts is om de vertaalslag te leren maken van het medische begrippenkader als dokter naar die van het verzorgend personeel. ‘Marian heeft daarin een mooie brugfunctie.’
Leniger
De lokale verantwoordelijkheid uitbouwen doe je ook door te laten zien wat je precies bijdraagt, stelt Marcel vast. Marian: ‘Hij stimuleerde mij om op te schrijven wat ik heb kunnen doen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Dat voelde onnatuurlijk, want je bent niet gewend om je sterke punten te etaleren. Maar daardoor werd voor anderen ook inzichtelijk wat ik kan betekenen.’
Marcel: ‘Door samen te werken, word je leniger in elkaars perspectief zien. We zeggen wel: “We doen het voor de patiënt”, maar natuurlijk is er altijd een belang van jouw organisatie. Als je daar eerlijk over bent, merk je opeens: Hé, mijn medische perspectief is helemaal niet wat de patiënt nodig heeft!’ Grappend: ‘Mijn doktersrol is minder belangrijk dan ik soms denk…’
Marian vult aan: ‘Toch vind je elkaar in het cliëntenperspectief. Dat merkte ik bijvoorbeeld bij mijn onderzoek in multidisciplinaire focusgroepen, die ik twee verzonnen vignetten (casussen) voorlegde. Na een uur praten komt iedereen tot de gezamenlijke wens om de verantwoordelijkheid te delen. Bovendien krijg je een kruisbestuiving van kennis, waarbij je de expertise op het gebied van gedrag uit de gehandicaptenzorg en de verpleegkundige ervaring uit de ouderenzorg kunt combineren.’
Netwerkoplossing
Regionaal kun je die gedeelde verantwoordelijkheid ook bevorderen door daar meer op te sturen. Zo vertelt Marcel over dagcontracten, waarbij je regionaal acterende partijen vraagt: “Wat draag jij bij aan verbetering van zorg voor de twee doelgroepen?” Marcel: ‘Je kunt voorkomen dat je in incidentele oplossingen terechtkomt door uren naar lokaal te halen. Bijvoorbeeld door een gemeenschappelijke SO (specialist ouderengeneeskunde) aan te stellen in plaats van dat elke instelling voor een klein aantal uren een SO in dienst heeft. Daarmee stimuleer je een netwerkoplossing, in plaats van een versnipperde aanpak.’
Cirkels
En zo komen de twee uit Brummen terug op de cirkel van invloed, waarmee Marleen de bijeenkomst startte. Vanuit de buitenste rand van de cirkel, die de term ‘Betrokkenheid’ draagt, zijn Marcel en Marian aan de slag gegaan met de ontwikkelingen en gebeurtenissen waarover ze zorgen hebben en waaraan ze graag iets willen doen. Vervolgens hebben ze gekeken naar welke beleidskeuzes nodig zijn en naar de kwaliteit van hun eigen werk: de kring een laagje meer naar de binnenkant, die als titel ‘Invloed’ heeft. Tenslotte is de binnenste kring belangrijk: de kern is zorgen voor voldoende rust, beweging, gezonde voeding en inspiratie voor jezelf: de binnenste cirkel in de cirkel van invloed heeft daarom ‘Controle’.
Animo
Wat Marleen betreft hebben Marian en Marcel maximaal gekeken naar de cirkel van controle (de kern) en de cirkel van invloed en vraagt de deelnemers: ‘Wat heb jíj voor mogelijkheden in de cirkel van controle? Welke contacten heb jij, met wie kun je het gesprek aangaan om aan de slag te gaan met waar jij je druk over maakt? Weet wat in jouw invloedssfeer ligt.’ Zoals eerder vermeld: In de break-outrooms bleek de tijd daarvoor te kort. Het animo voor het vergroten van hun invloedssfeer om regionale zorg te verbeteren is klaarblijkelijk groot.
Benieuwd naar de andere sessies?
Lees terug over wat tijdens de sessies voorbijkwam:
- ‘Als iedereen samenwerkt en zijn deel van de zorg pakt, komt het goed’
- Kansen en uitdagingen in de route naar stepped care in de regio
- Gelijke behandeling alle bewoners dankzij MGZ-project Midden-Limburg
- NOA maakt vliegende start met ouderengeneeskunde aan huis
Vraag uit het publiek: Hoe financier je deze samenwerking?
Marcel: ‘Een WLZ-instelling als Philadelphia heeft eigen financiering voor hun 24-uursopdracht, maar bijvoorbeeld geen eigen arts VG. Zij maken gebruik van ‘inlenen’, ze huren zorg in, dus wij worden betaald vanuit de WLZ-financiering die Philadelphia krijgt en volgen daarin de NZA-tarieven.’