‘Ik verwacht een innovatiegolf’
Gepubliceerd op: 07-02-2023
De Innovatie-Impuls Gehandicaptenzorg wil het gebruik van technologie in de gehandicaptenzorg vanzelfsprekend maken. Met Rian van de Schoot (Vilans), Brigitte Verhage (VWS) en Brigitte Boon (Academy Het Dorp) gingen we na wat de lessen en opbrengsten zijn van de eerste fase van dit programma.
Zorgrobots en tablets die liggen te verstoffen in een kast of apps die snel in onbruik raken. Op zulke gestrande innovaties stuit je regelmatig in de gehandicaptenzorg. Innoveren blijft te vaak steken in pilots, waardoor nieuwe technologie te weinig doordringt in de dagelijkse praktijk, constateerde onder meer de World Health Organization en het ministerie van VWS. Volgens Rian van de Schoot, directeur Leren, Innoveren en Onderzoeken bij Vilans lag daar een kans. “Technologie kan een essentiële rol spelen in het verbeteren van zorg.”
Vilans en Academy Het Dorp kregen van VWS de opdracht uit te zoeken hoe organisaties in de gehandicaptenzorg succesvoller kunnen worden in het implementeren van zorgtechnologie. De focus moest daarbij liggen op het ondersteunen van organisaties en wel zo dat ze het bij de volgende innovatie zelf kunnen, vertelt Brigitte Verhage, programmamanager gehandicaptenzorg bij VWS. Het ministerie koos voor deze insteek (in plaats van het stimuleren van nieuwe technologie, red.) vanwege geluiden uit het zorgveld. “Zorgverleners en cliënten vertelden ons dat ze vooral kampten met de hoe-vraag: hoe kunnen wij technologie implementeren? Daar wilden wij mee aan de slag.”
Zelfredzamer
De Innovatie-impuls kende een originele opzet. Het programma bood ondersteuning aan organisaties en deed tegelijk onderzoek naar het implementeren van zorgtechnologie aldaar. Brigitte Boon, bestuurder bij Academy Het Dorp, was voor dit onderzoek eindverantwoordelijk. Aan de Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg deden 26 gehandicaptenorganisaties mee die met technologie aan de slag wilden. Boon: “We startten met de vraag welke thema’s van cliënten die organisaties wilden oplossen met technologie. Ze kwamen bijvoorbeeld uit op: ‘ik wil zelfredzamer worden’ of ‘ik wil tijdens de nacht niet gestoord worden’. Vervolgens maakten we een longlist en later een shortlist van technologieën die een antwoord op die vragen konden geven.” De gekozen cliëntvragen bleven de leidraad tijdens het implementeren van de technologieën, vertelt Boon. “We gingen daar steeds naar terug.”
De technologieën waarvoor de organisaties kozen dienen duidelijke doelen. Een voorbeeld is de Kookapp. Deze app, waar de zorgaanbieders Amerpoort en Reinaerde mee aan de slag zijn gegaan, is ontwikkeld om cliënten leuk, lekker en gezond te leren koken. Het helpt hen om (deels) zelf een diner op tafel te toveren. Een ander voorbeeld is de domotica van Koraal. Deze organisatie zet uitluister-, oproep- en videomonitoringssystemen in om cliënten zelfredzamer te maken en zich veiliger te laten voelen.
Lessen
Vier jaar nadat de Innovatie-impuls startte, zijn nu de lessen te trekken over het succesvol implementeren van technologie in een gehandicaptenorganisatie. In de eindrapportage Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg 2019-2022 vind je er negen. De eerste les is al op te maken uit het verhaal van Boon: technologie is een middel om de zorg te verbeteren. Start dus altijd met de vraag van de client, voordat je een technologie kiest. De tweede les ligt in het verlengde daarvan: werk altijd samen met cliënten of verwanten. Het belang daarvan wordt meestal wel gezien. Toch neigen veel organisaties ernaar om de client over te slaan, weet Verhage. “We hebben de deelnemers aan de Innovatie-impuls verplicht hun aanvragen in de ik-vorm te schrijven. We vroegen hen zich te verplaatsen in de client. De helft deed dat toch niet. Die aanvragen hebben we teruggestuurd met de vraag om het over te doen.”
Een andere essentiële voorwaarde voor succes is dat je een implementatie van technologie benadert als een ingrijpende verandering in de organisatie. Veel tijd en aandacht moet gaan zitten in een soepele samenwerking (les 3), een nauwgezette stap-voor-stap aanpak (les 4), inkoop (les 5) en planmatig en projectmatig werken (les 6). Onderschat niet hoeveel mensen moeten samenwerken om van innovatie een succes te maken. Naast cliënten, verwanten en zorgverleners zijn dat bijvoorbeeld financiële mensen, ICT-professionals en bestuurders. Deze moeten allemaal op het juiste moment hun verantwoordelijkheid nemen of handelen. Een implementatie staat of valt met duidelijke afspraken over wie wat moet doen en communicatie met de verschillende samenwerkingspartners. Van de Schoot: “Neem zoiets simpels als: is het Wifi-bereik goed genoeg? Sommige technologie eist een beter bereik dan gemiddeld. Dat zie je gemakkelijk over het hoofd.”
Innovatie-Route
Belangrijk is te beseffen dat succesvolle innovatie vaak vraagt om veranderingen in werkprocessen. Dit betekent dat je met zorgprofessionals moet praten over een andere manier van werken. Boon geeft het voorbeeld van robotica die wordt ingezet voor het verbeteren van de dagstructuur. Een ‘robot’ of tablet met robotica-software gidst cliënten in hun dagelijkse doen. Hij spoort bijvoorbeeld aan om op tijd tanden te poetsen, op te ruimen of aan te kleden voor een afspraak. “Dat moet de robot dan overnemen van de zorgprofessional. Als die laatste dit niet aan de robot overlaat, verandert er niets.” Van de Schoot: “Wat ook duidelijk moet zijn is wie die robot repareert als hij stuk gaat.”
De Innovatie-impuls leert dat implementatie veel tijd vergt, doordat je veel stappen zorgvuldig moet zetten, heeft Verhage gemerkt. “Voordat we startten, dachten we dat deelnemers de juiste technologie in een paar maanden konden kiezen. Maar het bleek dat we daarvoor negen maanden nodig hadden.” Veel tijd gaat zitten in het uitvragen van gegevens bij de leveranciers. Niet iedere inkoper weet precies wat hij aan een leverancier van technologie moet vragen. Bij deze en andere vragen kan de Innovatie-Route uitkomst bieden. Verhage: “Hierin hebben we alle kennis, ervaringsverhalen en ontwikkelde instrumenten van de Innovatie-impuls gebundeld. Het is een stappenplan waarmee organisaties zelfstandig technologie kunnen kiezen en implementeren.” Dit gereedschap staat nu iedere organisaties in de gehandicaptenzorg ten dienste. Innovatieteams kunnen hiermee nauwgezet vier fasen en negentien etappes volgen en vergissingen en valkuilen vermijden. De Innovatie-Route helpt planmatig te werken (les 6) en een grondige implementatie (les 8) te realiseren.
Bij een nauwgezette en aandachtvolle aanpak past ook onderzoek doen (les 7). Boon beveelt dit van harte aan. Het helpt innovatieteams volgens haar om weer opnieuw terug te gaan naar de cliëntvraag. “Je wilt weten of de technologie daarop een antwoord is.” Zo is bij de eerder besproken technologieën nagegaan of dit is gelukt. Dat bleek het geval. Uit het toegevoegde waarde-onderzoek van de Kook-app kwam naar voren dat deze meer structuur aanbracht tijdens het kookproces. Een gelijksoortig onderzoek bij Koraal liet zien dat de domotica daar had geleid tot minder oproepen voor zorgprofessionals.
Innovatie-impuls II
Verhage is blij met de keuze voor het ondersteunen van organisaties bij het implementeren van bestaande zorgtechnologie. Dit heeft naast lessen, ook concrete tools opgeleverd. Voorbeelden hiervan zijn de veel gedownloade handreiking voor cliënten- en verwantenraden en de Innovatie-Route. Verhage verwacht dat deze laatste tool nog toegankelijker en interactiever wordt: “De Innovatie-Route is nog niet af. Die gaan we perfectioneren.”
Voor verdere verbeteringen en uitbreidingen is alle ruimte. Dit komt omdat de Innovatie-impuls I wordt gevolgd door een Innovatie-impuls II van nog eens vier jaar. Volgens Verhage is die verlenging over meerdere kabinetsperiodes belangrijk omdat innovaties cultuurveranderingen bij organisaties vragen. “Dat lukt niet in de drie tot vier jaar van een kabinetsprogramma.”
De komende tijd zijn er volop kansen voor aanbieders in de gehandicaptenzorg die zorgtechnologie willen implementeren. Naast de Innovatie-impuls II is er nog meer eerste hulp bij innoveren beschikbaar
Zo kunnen organisaties in de gehandicaptenzorg die regionaal met elkaar samenwerken transitiemiddelen bij de zorgkantoren aanvragen. Die kunnen ze inzetten bij het invoeren van innovaties. Met deze middelen kunnen ze bijvoorbeeld extra mankracht inhuren om innovaties te realiseren.
Verhage: “In de Innovatie-impuls II gaan we de ondersteuning op maat doen op basis van de behoefte van de organisaties.” VWS gaat de gehandicaptenzorg in een campagne-aanpak verleiden om werk te maken van vernieuwing. En daarbij samen te werken met het onderwijs, collega-zorgaanbieders en andere partners (les 9). “Ik verwacht dat we een innovatiegolf krijgen. Technologie staat bij zorgkantoren en -aanbieders bijna bovenaan de agenda. Er is nu zoveel beschikbaar aan ondersteuning en het is zo essentieel om te vernieuwen! Dit is hét moment.”