Erwin Bleumink: ‘In al die regels van de verzorgingsstaat verdwijnt de mens’
Gepubliceerd op: 15-11-2021
RVS-adviseur en historica Willemijn van der Zwaard verdedigde vorige week haar proefschrift ‘Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg'. Vilans-bestuurder Erwin Bleumink gaat in deze blog in op het gegeven dat zorgregels verstikkend kunnen werken.
Van der Zwaard stelt dat onze verzorgingsstaat zich vaak abstract, technocratisch en ver weg van het dagelijks leven van mensen met een hulpvraag toont, terwijl we via diezelfde verzorgingsstaat een menswaardig bestaan voor iedereen mogelijk willen maken. Zo kan het gebeuren dat regels en systemen die bedoeld zijn om mensen te helpen averechts werken en soms zelfs vernederend uitpakken.
Toen ik vorig jaar toetrad tot de langdurende zorg als bestuurder bij kennisorganisatie Vilans, viel me op hoe groot de afstand is tussen beleid en implementatie. Het probleem is dat we proberen ‘goed leven’ te vangen in normatieve opvattingen, regels en scoreborden, terwijl ‘goed leven’ voor iedereen anders is en daar meer ruimte en minder regels voor nodig zijn. Want de mens verdwijnt in al die regels. En de vraag verschuift van ‘Wat is goed voor mij?’ naar ‘Waar heb ik recht op?’ en ‘Zijn de regels wel goed gevolgd?’.
Als kennisorganisatie proberen we hier verandering in te brengen. We bieden praktisch werkwijzen waar die behulpzaam zijn, bijvoorbeeld met de Vilans Protocollen. En we helpen onnodige regels en registraties in de zorg te schrappen, bijvoorbeeld in het programma [Ont]Regel de Langdurige Zorg.
Hiermee creëren we ruimte voor persoonsgerichte zorg, waarbij de mens en haar leven centraal staat. Want de menselijke relaties horen centraal te staan in de zorg en niet de regeltjes.