'Kleinschalige woonvoorzieningen kunnen druk op eerstelijn verlichten'
Gepubliceerd op: 09-04-2025
Het waarborgen van medisch generalistische zorg (MGZ) in kleinschalige woonvoorzieningen wordt vaak genoemd als knelpunt. Dat dat niet zo hoeft te zijn, bewijzen de Herbergiers, kleinschalige woonvoorzieningen voor ouderen met dementie. Mariette du Croix van moederorganisatie De Drie Notenboomen en Mariska Foppen van de Herbergier in Vlijmen vertellen hoe de Herbergiers de MGZ regelen, tot tevredenheid van artsen, medewerkers, bewoners en hun familie.
De Drie Notenboomen is een franchiseorganisatie in de ouderen- en gehandicaptenzorg. De Herbergier is één van hun concepten: kleinschalige woonvoorzieningen voor mensen met dementie met een persoonsgebonden budget vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). 'De bewoners en zorgondernemers wonen er zo gewoon mogelijk met elkaar samen, ondersteund door een team van professionals', vertelt Mariette du Croix, manager Kwaliteit & Opleiding van De Drie Notenboomen. 'Het zorgondernemerschap vormt de motor achter het concept van de Herbergiers. Per locatie is ten minste één zorgondernemer een BIG-geregistreerde verpleegkundige. De zorgondernemers geven sturing aan hun locatie volgens eigen inzicht en ervaring. Als franchisegever ondersteunen wij zorgondernemers daarbij.'
Medisch generalistische zorg is vraagstuk geworden
Wat Du Croix opvalt, is dat de MGZ de laatste jaren een vraagstuk is geworden voor startende Herbergiers. 'Het aantal kleinschalige zorgorganisaties groeit. Huisartsen vragen zich af wat dit betekent voor hun praktijk. Zo is er een huisartsenpraktijk die geen patiënten aanneemt, die vanuit een andere gemeente bij de Herbergier komen wonen. Verder is in enkele regio’s een tekort aan specialisten ouderengeneeskunde. Samen met Vilans hebben we een enquête onder de Herbergiers uitgezet over MGZ: wat gaat goed gaat en waar zien de zorgondernemers risico’s voor de toekomst? Op basis daarvan zijn adviezen gegeven, die ook voor andere kleinschalige woonvoorzieningen een aanbeveling kunnen zijn. Wij zien ze als extra handvatten voor de Herbergiers.'
Duurzame relatie met huisarts
Mariska Foppen werkt bij de Herbergier in Vlijmen. Foppen is als verpleegkundige opgeleid in het ziekenhuis en maakte 14 jaar geleden de switch naar ouderenzorg. 'Maar er zit ook een ondernemer in me. Anderhalf jaar geleden namen mijn man en ik de Herbergier in Vlijmen over en gingen we er wonen met onze kinderen. De jongste van 4 jaar is onze minidirecteur, hij is echt gek op "zijn" mensen.'
De aanbevelingen van Vilans zijn bij de Herbergier in Vlijmen al goeddeels praktijk. Foppen vertelt hoe bij haar de MGZ is geregeld: 'We hebben allereerst ingezet op een prettige werkrelatie met de huisarts. Iedere dinsdagmiddag heeft hij een moment bij ons gereserveerd. Wij bundelen de klachten en bellen voor half tien onze punten door. Samen met de doktersassistente beslissen we of het nodig is dat de huisarts langskomt.'
Zelf aan de slag? Lees ook de zes MGZ-aanbevelingen voor kleinschalige zorgorganisaties.
Team getraind in triagering
De huisarts hoeft al met al niet vaak voor visite naar de Herbergier. 'Dit komt doordat we een sterk en deskundig team hebben, dat ondersteund wordt door een tweede verpleegkundige. Het team is getraind in triagering en klinisch redeneren en kan daardoor veel situaties zelfstandig afhandelen. Bovendien ben ik zelf continu in de nabijheid van bewoners en dus signaleer ik zelf ook snel wanneer er iets aan de hand is. Dit vergroot de efficiëntie van onze zorg', aldus Foppen.
Het team is getraind in triagering en klinisch redeneren en kan daardoor veel situaties zelfstandig afhandelen.
Mariska Foppen, zorgondernemer de Herbergier
Wat het team verder doet, is anticiperen op wat nodig is. 'Op donderdagavond maken we de balans op', vervolgt Foppen. 'Zijn er dingen die met de huisarts opgepakt moeten worden voor het weekend ingaat? Wanneer we bijvoorbeeld zien dat iemand de laatste fase ingaat, kijken we of de stappen duidelijk zijn en of we de juiste medicatie hebben. We denken vooruit, zodat we de huisartsenpost alleen hoeven te bellen bij echte spoed.'
Specialist ouderengeneeskunde kent bewoners
Verder hebben ze in Vlijmen een goede relatie met een vaste specialist ouderengeneeskunde (SO) van een behandeldienst. 'Via Zorgdomein doet de huisarts als hoofdbehandelaar een verzoek aan de SO. De huisarts zorgt dat we goed aangeven op welk punt we extra expertise nodig hebben. Daarnaast komt de SO ieder kwartaal langs, zodat ze vertrouwd raakt met de bewoners, onze werkwijze en ons huis. Standaard iedere week visite of overleg doen we niet, dat geeft onnodige druk op de specialistische ouderenzorg.'
Standaard iedere week visite of overleg met de SO doen we niet, dat geeft onnodige druk op de specialistische ouderenzorg.
Mariska Foppen, zorgondernemer de Herbergier
Het belang van levensverhalen
In anderhalf jaar tijd heeft de Herbergier in Vlijmen maar twee keer behoefte gehad aan specialistische zorg. Foppen: 'Wij kunnen heel veel zelf ondervangen door goed te kijken en te handelen. Weten wat de levensverhalen zijn van onze bewoners is daarbij belangrijk. Er woont hier een dame die iedere avond een controleronde wil doen: is de deur op slot, zijn gordijnen dicht? We weten door haar levensverhaal waar die behoefte vandaan komt en spelen daar met elkaar op in. Nu voelt ze zich veilig en is ze rustig.'
Dat is dan ook waar het concept van de Herberger om draait: een mensgerichte benadering waarbij de focus ligt op het individu. Dat heeft de rol van de huisarts en de SO aanzienlijk verminderd. 'Thuiswonende ouderen geven vaak grotere druk op de huisartszorg dan ouderen in kleinschalige woonvoorzieningen', aldus Du Croix. 'De kleinschalige woonzorg waar 24/7 een verpleegkundige aanwezig is en een zorgteam dat de bewoners goed kent, vraagt minder tijd van de eerstelijnszorg.'
De kleinschalige woonzorg waar 24/7 een verpleegkundige aanwezig is en een zorgteam dat de bewoners goed kent, vraagt minder tijd van de eerstelijnszorg.
Mariette Du Croix, manager Kwaliteit & Opleiding van De Drie Notenboomen
Kleinschalige woonvoorzieningen als belangrijke schakel
De Drie Notenboomen heeft intussen samen met de zorgondernemers de aanbevelingen doorvertaald naar een MGZ-leidraad. 'Ik denk dat we daarmee kunnen bijdragen aan toekomstbestendige MGZ in de regio', zegt Du Croix. 'Het breder organiseren van de zorg in kleinschalige woonvoorzieningen is een oplossingsrichting. Het is goed als die samenwerking landelijk en uniform vormgegeven wordt. Het Convenant Samenwerking MGZ is daartoe ook een goede aanzet.'
Kleinschalige woonvoorzieningen zijn een belangrijke schakel tussen wijkverpleging en verpleeghuiszorg, ook om de personeelskrapte het hoofd te bieden, denkt Du Croix. 'De kracht van kleinschalige woonvoorzieningen is dat zorg slechts een onderdeel is van de dag. Ook mensen zonder zorgachtergrond kunnen bewoners helpen bij een goede daginvulling. Welzijn staat voorop en dat draagt in grote mate bij aan de gezondheid van bewoners.'