Naar hoofdinhoud Naar footer

Mirella Minkman: ‘Een nieuwe beweging creëren in tijden van schaarste is hoognodig’

Gepubliceerd op: 28-11-2022

Regionale samenwerking tussen zorgaanbieders leidt tot onvoorziene problemen. Met het door VWS gesubsidieerde programma ‘Medisch generalistische zorg in de regio’ kaarten Vilans en de Erasmus Universiteit deze problemen aan bij de IGJ, zorgverzekeraars en de ACM.

Uit eerder onderzoek blijkt dat vanuit de regio’s behoefte is aan ondersteuning bij het anders inrichten van generalistische medische zorg, zoals de inzet van de specialist ouderengeneeskunde. Daarom financiert VWS een vervolgprogramma waaraan alle regio’s kunnen deelnemen. Er is in het programma aandacht voor de regionale organisatie van medische zorg voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. Hiervoor is 17,7 miljoen euro ter beschikking gesteld, waarvan 16 miljoen euro voor de ondersteuning en ontwikkeling van de regionale oplossingen en het opzetten van kennis- en leergemeenschappen.

Regionaal oppakken

Alle regio’s worden meegenomen in het programma. Het doel is om de regionale samenwerking, zoals ook beschreven in het Integraal Zorgakkoord, een stap verder brengen. 'Er is een landelijk probleem en dat moeten we regionaal met elkaar oppakken', zegt bestuursvoorzitter Mirella Minkman van Vilans en bijzonder hoogleraar aan Universiteit Tilburg/TIAS van de leerstoel ‘Innovatie van organisatie en governance van integrale zorg'. 'We proberen een nieuwe beweging te creëren in tijden van schaarste.'

Ruimte in aanrijtijden

Regionale samenwerking blijkt niet vanzelf tot stand te komen. In het eerste programma zijn interventies begeleid door de Erasmus Universiteit. Dat moest georganiseerd worden. In de Achterhoek bijvoorbeeld is een samenwerking ontstaan tussen verschillende vvt-organisaties voor de ANW-diensten. Voorheen hadden bijvoorbeeld drie specialisten ouderengeneeskunde dienst in de regio, nu zijn dat er nog maar twee. Dat is efficiënter en de diensten worden robuuster als iemand onverwacht uitvalt. 

Maar de artsen liepen in de praktijk tegen de aanrijtijden aan. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg stelt dat er binnen dertig minuten een specialist ouderengeneeskunde aanwezig moet kunnen zijn. Dat wordt lastig als het gebied groter wordt. 'We gaan daarom het gesprek aan met de IGJ om te onderzoeken of er ruimte zit in die aanrijtijden', vertelt hoogleraar Beleid en Bestuur van de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Roland Bal. 'Vragen die we daarbij stellen is: welke kwaliteit moet deze zorg hebben en wie moet de zorg leveren? Misschien kan het ook wel een huisarts of een verpleegkundig specialist zijn.'

Teruggeven aan de politiek

Tegelijkertijd begrijpen Vilans en de Erasmus Universiteit heel goed dat de huisarts niet alle problemen bij regionale samenwerking kan oplossen. Ze staan ook kritisch tegenover onvoorziene omstandigheden die door het beleid van zo lang mogelijk thuis wonen en het financieren van het Volledig Pakket Thuis (VPT) zijn ontstaan. Er is nu een markt van tussenvoorzieningen ontstaan – het verpleeghuis light – en huisartsen krijgen er ineens de zorg voor een groep kwetsbare ouderen bij die op allerlei mooie locaties door het land komen wonen. Minkman: 'Huisartsen worden soms verrast door deze nieuwe initiatieven en zijn niet goed betrokken bij wat dit voor hen betekent. Hier moeten we echt wat mee.' Bal vult aan: 'Ik zie het als onze taak dat we deze problemen ter lering teruggeven aan de politiek.' 

Afhaken door kwaliteitskader

Een ander probleem dat de onderzoekers hebben gesignaleerd tijdens het eerste programma is dat de kwaliteitskaders zijn gelieerd aan het niveau van individuele organisaties. De vraag is nu: is binnen jouw instelling de zorg goed op orde? De consequentie daarvan is dat de zorg inderdaad is gericht op de kwaliteit binnen de organisatie. Organisaties kunnen afhaken bij een samenwerking als ze het gevoel hebben dat ze hun eigen personeelscapaciteit niet meer voldoende kunnen inzetten. 'Door de kwaliteitskaders wordt samenwerking eigenlijk belemmerd', zegt Bal. 'Bovendien is er geen kwaliteitskader voor de zorg in de regio. VWS heeft Zorginstituut Nederland verzocht om opnieuw te kijken naar de kwaliteitskaders en te praten met de IGJ, toezichthouders en bestuurders over hoe je toezicht houdt op de kwaliteit van regionale samenwerking.' Minkman vult aan: 'Het is niet zo dat er nu niets gebeurt op het gebied van toezicht en de regio, maar er is wel een gat tussen de praktijk en hoe toezichthouders opgeleid en gewend zijn te werken, namelijk op instellingsniveau.'   

Spanning 

Volgens Minkman moeten bestuurders en toezichthouders een beweging maken naar het leveren van een bijdrage op maatschappelijk niveau. Dat gaat dus verder dan je druk maken over de eigen begroting. De overgang van een stelsel dat is gericht op competitie naar een stelsel dat is gericht op samenwerking levert serieuze spanning op, zo blijkt uit het eerste onderzoek. In Limburg kregen huisartsen meer tijd voor de patiënt, waardoor het ziekenhuis bijna onderuit ging. Bal: 'Aan de ene kant kun je denken dat minder verwijzingen goed zijn, maar patiënten zijn niet gebaat bij het verdwijnen van het ziekenhuis.' Minkman: 'Als we uitgaan van de behoeften van burgers en patiënten, moeten we ook de juiste keuzes durven maken en de samenwerking goed organiseren.'

Inbedden in de systeempartijen

Het mooie van dit landelijke programma is volgens Minkman dat problemen bij het regionaal samenwerken voorgelegd kunnen worden aan systeempartijen als de zorgverzekeraar, de ACM of het ministerie. 'Door goed te laten zien wat er gebeurt en oplossingen aan te dragen, kunnen we knelpunten agenderen. Op die manier is het een oplossing voor de praktijk die ook wordt gedragen en ingebed in de systemen.' Bal vult aan: 'We moeten gezien de beperkte capaciteit op een andere manier nadenken over hoe we de zorg inrichten. Het betekent dat we niet meer alle kwaliteit kunnen bieden die we tot nu toe wel hebben geboden. Dat is ook een maatschappelijk vraagstuk. De toegankelijkheid van zorg komt onder druk te staan.'

ANW-diensten vvt samen met huisartsenpost

Hoewel de samenwerkingsverbanden ontstaan vanuit de zorgsector en Vilans de projecten in de regio ondersteunt, zijn er wel vermoedens waar de winst de komende tijd gehaald kan worden op het gebied van regionale samenwerking. 'De samenwerking tussen vvt-organisaties tijdens de ANW-diensten zou nog efficiënter kunnen als de huisartsenpost erbij betrokken wordt', zegt projectleider Jitse Schuurmans van de Erasmus Universiteit. 'We verwachten hier allerlei ontwikkelingen de komende tijd.'

Bron

Skipr

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan