Persoonsgerichte zorg bij geriatrische revalidatie vraagt om méér
Gepubliceerd op: 17-07-2023
In de nieuwste editie van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie staat een artikel van bijzonder lector Hans Drenth van de Hanzehogeschool Groningen. Drenth onderzocht bij ZuidOostZorg in Drachten mensen die een geriatrisch revalidatietraject doorlopen. In welke mate willen deze mensen betrokken zijn bij beslissingen rondom hun eigen revalidatietraject?
Waarom dit onderzoek?
‘Bij ZuidOostZorg hebben we de visie dat ouderen zo lang en zo goed mogelijk thuis moeten kunnen blijven wonen en dat permanente opname in het verpleeghuis zo lang mogelijk moet worden uitgesteld. De eerste opvang moet zo goed mogelijk thuis zijn eventueel met kortdurende ondersteuning in of vanuit het verpleeghuis. Dit onderzoek is gedaan bij de geriatrische revalidatie teams van ZuidOostZorg waar kwetsbare ouderen met vaak meerdere ziektebeelden zoals beroertes of een nieuwe knie een revalidatietraject doormaken. De meesten kunnen na dat traject weer zelfstandig thuis wonen. Wat wij wilde weten is hoe persoonsgerichte zorg invloed heeft op dat proces.’
Persoonsgerichte zorg?
‘Ja. Persoonsgerichte zorg betekent bij geriatrische revalidatie het resultaat van gezamenlijke goal setting en het volgen van de voortgang tijdens de revalidatie. Het vraagt niet zozeer een ‘multidisciplinaire aanpak’, waarbij elke professional vanuit zijn of haar eigen specialisme aan het traject werkt. Het vraag juist om ‘interprofessioneel samenwerken’. Dat houdt in dat er meer overlap is tussen het werk van de zorgverleners onderling en men werkt vanuit een gezamenlijk zorg/behandelplan waarbij de client en mantelzorger actief betrokken worden Aan hen wordt meer gevraagd en meer overlegd. Er was echter nog nooit gevraagd of cliënten dat meedenken en meepraten eigenlijk wel prettig vinden.’
Hoe heeft u het onderzoek uitgevoerd?
‘Mijn studenten en ik hebben een jaar lang interviews gehouden met mensen die aan het revalideren zijn. Dat zijn uiteindelijk 23 mensen geweest en op een gegeven moment kwamen we bij het doorvragen op een gedeeld beeld uit.’
Wat is die conclusie?
‘Het blijkt dat deze populatie veelal van de generatie is die in eerste instantie zoiets heeft van: ‘jullie weten het allemaal vast beter want jullie hebben er voor doorgeleerd’. Ze geven in het begin dus aan niet persé mee te willen praten of beslissen, maar geven ook aan dat ze te weinig informatie te krijgen wat de mogelijkheden hiervoor zijn. De meest opvallende conclusie van dit onderzoek is echter dat blijkt dat gedurende het revalidatietraject, mensen toch wel degelijk op de hoogte gehouden willen worden van beslissingen en stappen in het traject of ook willen mee beslissen. Omdat het blijkt dat cliënten toch bepaalde doelen hebben met hun revalidatie maar dat ze die in eerste instantie wellicht nog niet zo goed konden benoemen.’
Wat kunnen we in de praktijk daarvan leren?
‘Dat persoonsgerichte zorg bij geriatrische revalidatie om méér vraagt dan alleen aan het begin vragen of iemand betrokken wil zijn ja of nee. Zorgprofessionals moeten actief de cliënt blijven benaderen. Want het kan dus zo zijn dat men in eerste instantie weinig interesse toont in actief meepraten. Wegens de bestaande “machtsverhouding” tussen zorgverlener en cliënt bijvoorbeeld. Maar als je het dan later nog eens vraagt blijkt men toch graag meer te willen weten en te horen over de behandeling. En dat mogen we dus niet onderkennen.’
Meer lezen?
Lees meer over het onderzoek in het artikel 'Ervaringen, wensen en behoeftes van patiënten ten aanzien van patiëntparticipatie tijdens geriatrische revalidatie' in het Tijdschrift voor Geriatrie en Gerontologie.