‘Regionale samenwerking voorwaarde voor implementatie Wzd’
Gepubliceerd op: 01-12-2022
Hoe organiseer je de implementatie van de Wet zorg en dwang (Wzd) in de thuissituatie? Een aantal organisaties zetten daar stappen in door deelname aan een praktijktuin. Hun gedeelde ervaring? Regionale samenwerking wordt steeds belangrijk om in te kunnen blijven spelen op uitdagingen en ontwikkelingen. De implementatie van de Wzd is een goede aanleiding om dit proces te versnellen.
Regionale samenwerking is nodig voor integrale zorg, steeds complexere zorgvragen, ouderen die langer thuis wonen en om in te spelen op arbeidsmarkttekorten. Ook biedt het kansen voor preventie, waardoor crisiszorg verderop voorkomen kan worden.
Wzd als versneller
De implementatie van de Wzd in de ambulante setting kan een mooie aanleiding zijn om dit proces te starten of te versnellen. Ook in de thuissituatie kan namelijk onvrijwillige zorg voorkomen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij medicatie achter slot en grendel, of het toedienen van medicatie zonder dat de cliënt zich daar bewust van is.
Regionale samenwerking
Om de inzet van onvrijwillige zorg goed af te kunnen wegen, is regionale afstemming van belang. Dit geldt nog sterker als er sprake is van zorg over de grenzen heen van verschillende type aanbieders en financieringsvormen. Voor de organisaties die al regionaal samenwerken is regionale samenwerking makkelijker te bewerkstelligen, dan de organisaties die dit nog moeten vormgeven. Maar hun conclusie is hetzelfde. Het is wel nodig om duurzame en toekomstbestendige zorg te kunnen blijven geven.
Over de praktijktuinen
Hoe pas je de Wet zorg en dwang (Wzd) toe in de thuissituatie? Om daar zicht op te krijgen is ActiZ in 2022 gestart met praktijktuinen waar 6 zorgorganisaties aan deelnemen. Zij brengen vraagstukken, oplossingen en problemen in kaart. Vilans is gevraagd de ontwikkeling van de praktijktuinen in beeld te brengen en deze kennis te verspreiden. Lees meer over de praktijktuinen.
Regionale samenwerkingen: de voordelen
Zorgconnect
Zorggroep Noord- en Midden-Limburg zijn als deelnemer aan Zorgconnect al flink op weg als het gaat om regionale samenwerking. Aan dit samenwerkingsverband nemen alle reguliere VVT-organisaties in Noord- en Midden-Limburg deel. Zij maken onder andere al gezamenlijk afspraken met het zorgkantoor en voeren samen projecten uit, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsmarktproblematiek.
Samen optrekken in personele inzet tijdens ANW
Directeur Theo Mennen: ‘Op deze samenwerking hebben we mooi verder kunnen bouwen toen de Wzd kwam. We hoefden dan ook geen nieuwe structuur op te tuigen. We zijn gegaan voor een gezamenlijk integrale visie: Hoe ga je nou om met de behoefte van mensen om hun leven met zoveel mogelijk vrijheid in te richten? De drie grote partijen zijn de voortrekkers en stellen het algemene beleid op. De kleinere partijen kunnen daar hun eigen ‘colour locale’ aan geven. Onderdeel van ons integrale beleid is bijvoorbeeld afspraken rondom de inzet van professionals in de regio in avonden, nachten en weekenden (ANW).’
Meer vanuit vrijheid denken
De komst van de Wzd heeft de visie van het samenwerkingsverband versterkt. Mennen: ‘We denken nu meer vanuit vrijheid in plaats van pragmatiek. Zo hebben we bijvoorbeeld jarenlang ingezet op valpreventie. Dit soort maatregelen wegen we nu veel beter af tegen de vrijheid en welzijn die mensen ervaren. We zijn zelfs het risico gaan accepteren dat iemand kan vallen, als dit de vrijheid en welzijn van een cliënt ten goede komt.’
Afstemming tussen Wzd en WVggz
Carinova is deelnemer aan het samenwerkingsverband Salland United. Hierin werken zij samen met de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), de sector Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG), de VVT, een ziekenhuis, het zorgkantoor en de zorgverzekeraar. ‘De invoering van de Wzd en de Wet verplichte GGZ (Wvggz) kunnen complexe situaties opleveren’, vertelt bestuurder Jan Griepink en voorzitter van het regionale samenwerkingsverband. ‘Wanneer is het psychiatrie, wanneer is er sprake van een beperking en wanneer is het dementie? Je wilt voorkomen dat er ‘s nachts, ter plekke bij een crisissituatie, een discussie wordt gevoerd tussen de specialist ouderengeneeskunde (SO) en de psychiater waar ze niet gaan uitkomen.’
Lerend netwerk
Griepink: ‘We hebben dan ook in onze regio met elkaar vastgesteld wie doet wat, wanneer in welke situatie en met welke urgentie. Daarvoor hebben we een model ontwikkeld met elkaar dat we aan het uitproberen zijn. En zo is er een lerend netwerk ontstaan waar de psychiater, geriater en de SO in participeren en regelmatig casuïstiek bespreken.’
Regelmatig overleg biedt rust
Salland United merkt de voordelen van dit structurele overleg. Griepink: ‘Voorheen vond de multidisciplinaire afstemming tussen belangrijke disciplines vooral één op één plaats. Dan maak je een soort snelle slag met elkaar op het incident en de individuele casus. Nu is er sprake van structureel overleg. Dat biedt ruimte om elkaars wereld beter te leren kennen en oplossingen te vinden verder dan het eigen domein alleen. Daarnaast helpt structurele samenwerking ook om meer rust in situaties te brengen en preventief te werk te gaan. Soms is een inbewaringstelling (IBS) namelijk niet nodig en kunnen twee gesprekken van de SO met naasten al voldoende rust in een situatie brengen.’
De uitdagingen
Behoefte aan structureler weg
Niet alle organisaties zijn even ver in het opzetten van regionale samenwerking. Zo zijn ze daar bij de praktijktuin Evean nog zoekende in. Zo vertelt huisarts Idris Brouwer: ‘Ik hoop dat de Wzd een aanjager is voor een model dat bijvoorbeeld ook gekopieerd kan worden voor jeugdproblematiek. Daar willen we met onze praktijktuin een goede stap in kunnen zetten. Anders blijft het hap- en snapwerk en individuen die elkaar opzoeken voor overleg. Terwijl je structureler op een multidisciplinaire manier wilt werken aan goede zorg.’
Versnippering van zorg is complicatie
Ook kan het opzetten van regionale samenwerking een behoorlijke uitdaging zijn. Zo vertelt huisarts Idris Brouwer van praktijktuin Evean: ‘Het uitdagende hier in de regio is dat het zorgaanbod erg versnipperd is. Er zijn heel veel casemanagers en heel veel huisartsen. Daarnaast bestaan er verschillende postcodegebieden en verschillende zorgaanbieders. Hierdoor heb je ook nog eens te maken met verschillende aanbestedingen van gemeentes.’
Bundelen van overleggen
Ook voor de organisaties die al wat verder zijn, blijft het soms zoeken naar de goede manier. Mennen: ‘Wij merkten dat er wel heel veel verschillende overleggen ontstonden, allemaal vanuit een eigen invalshoek. Momenteel zijn we bezig om dat efficiënter te gaan organiseren. Hoe kun je zo min mogelijk overleggen met zoveel mogelijk effect? We hebben overleg op diverse plekken gebundeld. En we hebben een platform waarop we gezamenlijke activiteiten onderbrengen. De Wzd is daar één van, maar ook een aantal initiatieven en projecten rondom de arbeidsmarkt.’
Voldoende tijd nodig per patiënt
Efficiënt organiseren klinkt logisch, maar dat neemt niet weg dat er wel voldoende tijd en ruimte in zo’n overleg moet zijn. Zo vertelt Clara van den Dool, huisarts van de praktijktuin Houten: ‘Een MDO werkt alleen goed als je genoeg tijd hebt per patiënt en er voldoende disciplines aan tafel aanschuiven. Als er meer crisissituaties worden ingebracht, wordt de inhoud van het MDO noodgewongen meer taakgericht. Hierdoor is er minder ruimte voor reflectie, terwijl je dat voor goede afwegingen bij de inzet van onvrijwillige zorg wel nodig hebt.’
Denken vanuit gezamenlijk belang
Verder verschillen organisaties soms in de mate waarin zij willen samenwerken. Mennen: ‘Of een goede samenwerking van de grond komt ligt ook aan de fase waar een organisatie in zit. Alle organisaties zeggen: “Wij willen graag samenwerken.” Maar er is veel variatie mogelijk in de mate waarin. Voor een intensievere samenwerking gaat het er ook om in hoeverre je in staat bent om te denken vanuit gezamenlijke belangen.’
Gezamenlijke visie
Griepink: ‘Wat daarom goed werkt is om een gezamenlijke visie als startpunt te nemen voor samenwerking. Als je bijvoorbeeld eerst afspraken wilt maken over governance en financiën, weet je zeker dat je er nooit uitkomt. Dan komt het eigen belang te veel voorop te staan. Verder moeten professionals hun domeinen ook durven loslaten, om beter te kunnen focussen op wat de cliënt en diens naaste nodig hebben.’
Visie op de toekomst
Integraal kijken, ook met de Wzd
Het grootste aandachtspunt in regionale samenwerking blijft toch wel de toenemende zorgvraag en de krapte op de arbeidsmarkt. Griepink: ‘Daarom denk ik dat we voor de benodigde oplossingen voor de toekomst nog veel integraler moeten kijken dan we nu doen.’ Mennen: ‘Het gedachtegoed van de Wzd is waardevol. Wel denk ik dat we moeten loskomen van wetten die ervoor zorgen dat er niets meer mis kan gaan. Ik ben bang dat dat niet langer haalbaar is. Het is niet zo dat we de dingen niet meer goed moeten regelen, maar het werkt beter als het minder strak in kadertjes wordt gegoten. Dat laatste vergroot de toch al hoge werkdruk.’