Burgerberaden over de zorg hebben de toekomst
Gepubliceerd op: 09-12-2024
Er gaan meer burgerberaden komen over de zorg. Dat is de stellige overtuiging van Eva Rovers, schrijver, cultuurhistoricus en medeoprichter van Bureau Burgerberaad. Alle ingrediënten zijn daarvoor aanwezig: een algemeen erkend probleem dat voor iedereen relevant is, waarvoor een langetermijnoplossing nodig is en waarbij de collectieve wijsheid van de samenleving van meerwaarde is. Vilans doet er onderzoek naar.
Zorg bij uitstek geschikt
‘De langdurige zorg leent zich goed voor een burgerberaad’, vindt Eva Rovers. ‘Dat er een probleem is, daar zijn we het over het algemeen wel over eens. Daarmee onderscheidt de zorg zich bijvoorbeeld van het klimaatprobleem, dat meer gepolitiseerd is; daarover bestaan meer uiteenlopende standpunten. Het zorgprobleem is concreter en op termijn wellicht, in meer of mindere mate, voor iedereen relevant. Net als klimaat is het een probleem dat zich verder in de toekomst uitstrekt dan de gemiddelde kabinetsperiode. En het is een onderwerp met een duidelijk afwegingskader: er moeten keuzes gemaakt worden om de zorg betaalbaar en houdbaar te houden. Al deze kenmerken maakt het onderwerp bij uitstek geschikt voor een burgerberaad.’
Ruimte scheppen
Waar moeten we dan aan denken? Eva Rovers: ‘Vragen kunnen zijn: hoe kan, ondanks de toenemende vergrijzing, de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijven? Of: hoe zorgen we dat iedereen in de gemeente op een prettige manier oud kan worden? Je schept dan ruimte om te kijken naar problemen op de veel langere termijn en betrekt de levenservaring van mensen, de collectieve wijsheid van een samenleving, niet alleen die van beleidsmakers of adviseurs. Oplossingen zijn nu nog te veel gericht op het hier en nu, en de patiënt van nu. Maar wat wil de patiënt van de toekomst en waarom zou die niet mee mogen denken of praten? Dan kan je mensen meenemen voor wie het nu nog geen probleem is, maar misschien wel over twintig jaar.’
Geen lange presentaties
Eva Rovers heeft wel ideeën hoe je deelnemers aan zo’n burgerberaad inzicht kunt geven in best wel een complex vraagstuk als de houdbaarheid van langdurige zorg. ‘Je stelt vooraf een basis kennisprogramma samen met gebalanceerde informatie’, vertelt zij. ‘Deelnemers moeten ook de vrijheid en ruimte hebben om zelf te kunnen bepalen welke kennis zij nodig hebben. De kennis die gedeeld wordt moet voor iedereen begrijpelijk zijn, dus liever geen lange presentaties. Je kunt dan denken aan excursies of werk- en spelvormen, zodat mensen ervaren hoe de praktijk in elkaar zit. Mensen moeten uiteindelijk snappen wat er aan de hand is en wat het probleem is zodat ze zich in staat voelen om hierover een gesprek aan te kunnen gaan en gezamenlijk afwegingen te maken. Daarvoor hebben ze inzichten van alle kanten nodig, en vanuit verschillende perspectieven. Ik denk dat Vilans hier vanuit de kennisfunctie een rol bij zou kunnen spelen.’
Poldermodel
In Nederland worden lokaal steeds meer burgerberaden georganiseerd, hierdoor gaan we mooi gelijk op met andere landen. Hier zijn echt stappen gemaakt in de afgelopen jaren. Landelijk lopen we echter wat achter. Eva Rovers: ‘Dat komt onder andere door het jarenlange gebruik van het poldermodel: het sluiten van compromissen door overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en eventueel andere belanghebbenden. Die andere belanghebbenden zijn dan vaak verenigd in belangenclubs. En het idee was lang: als we die belangenclubs mee laten praten, dan hebben we de inwonersinspraak afgedekt. Maar in die belangenclubs zit natuurlijk een bepaalde selectie van burgers. En het idee van een burgerberaad is dat iedereen, uit alle lagen van de samenleving, meepraat, ook degenen die niet zo gauw bij een belangenclub gaan of niet snel naar een inspraakavond komen.’
Lokaal zien we dus een snelle toename van burgerberaden. Dat is op zich positief, maar kan ook een gevaar zijn; allerlei initiatieven waarin inwoners met elkaar in gesprek gaan, wordt tegenwoordig een burgerberaad genoemd, terwijl een burgerberaad echt aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om impact te hebben.
Wat zijn burgerberaden?
Via een burgerberaad kunnen burgers meepraten en meebeslissen over maatschappelijke vraagstukken. Een burgerberaad bestaat uit een gelote groep van ongeveer 100 burgers. Samen vormen zij een afspiegeling van de samenleving (van een gemeente, regio of land), waarin iedereen zich kan herkennen. Tijdens het burgerberaad gaan de deelnemers meerdere dagen in gesprek met elkaar, begeleid door onafhankelijke gespreksbegeleiders. Deelnemers krijgen informatie aangereikt, maar ze bepalen nadrukkelijk ook zelf welke informatie en deskundigen zij willen raadplegen. Zo komen ze als groep tot aanbevelingen, die ze overhandigen aan de politieke opdrachtgever. Aanbevelingen die aan vooraf gestelde voorwaarden voldoen, worden overgenomen. Een monitorgroep houdt vervolgens bij in hoeverre maatregelen de beloofde politieke opvolging krijgen.
Onderwerpen waar gemeenten burgerberaden over organiseren zijn bijvoorbeeld klimaatbeleid en energietransitie, maar ook afval, parkeerbeleid, het vieren van de jaarwisseling en sociale ontmoetingsplekken. Tot nu toe hebben enkele burgerberaden plaatsgevonden over zorg.
Meestal organiseert de overheid een burgerberaad, vaak is dat een gemeente. Maar ook als burger, organisatie of samenwerkingsverband kun je collectief een burgerberaad opzetten. Hoe meer belangrijke stakeholders zich willen committeren aan de uitkomsten, des te groter is de kans van slagen van het burgerberaad.
Wat doet Vilans?
Vilans voerde een verkenning uit naar burgerberaden in de zorg. Dat krijgt een vervolg door de ‘Praat mee tafels’ over de zorg in Zuid-Limburg te volgen en twee lokale burgerberaden over zorg in Zeeland en Den Bosch. We kijken naar hoe opvolging gegeven wordt aan de adviezen en oplossingen die voortkomen uit de burgerberaden om zo meer inzicht te krijgen in wat de rol van Vilans kan zijn bij burgerberaden over zorg en welzijn.