Naar hoofdinhoud Naar footer

Verpleeghuiszorg thuis in de wijk: kijken hoe het anders kan

Gepubliceerd op: 01-12-2022

Veel oudere mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen, in hun eigen wijk. Ook als ze zwaardere zorg nodig hebben. Wonen en zorg voor ouderen is een actueel thema. Want het aantal verpleeghuisplaatsen is en blijft beperkt. En er is het personeelstekort. Hoe organiseer je die zwaardere zorg thuis? En wat is er mogelijk, qua zorg en personeel?

Wil je bovenstaande afbeelding met de verpleeghuisvormen thuis graag in groter formaat bekijken? Kijk dan onderaan deze pagina bij Downloads.

Conny Helder, minister voor de langdurige zorg, stimuleert de verschuiving naar langdurige zorg thuis verlenen. Het motto van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) is tenslotte: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. Als je de huidige ontwikkelingen in de verpleeghuiszorg en in dit programma verbindt met de wens van oudere mensen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, dan vraagt dat om een andere organisatie van zorg. Zie ook kader ‘Leveringsvormen zorg’.

Leveringsvormen zorg

Wat voor soort zorg kan een cliënt met een Wlz-indicatie krijgen?

Hierbij maakt de cliënt (met hulp van een naaste) afspraken met één zorgaanbieder. ‘Thuis’ betekent onder meer een aanleunwoning, een al dan niet aangepaste woning en een geclusterde woning die de verzekerde zelf huurt of eigenaar van is. (Bron: Zorginstituut Nederland). De diverse VPT-vormen zie je bij Downloads (onderaan de pagina).

De cliënt maakt (met hulp van een naaste) afspraken met meerdere zorgaanbieders.

(Met hulp van een naaste) maakt de cliënt (financiële) afspraken via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) met een of meerdere zorgaanbieder(s).

In dit artikel gaat het over VPT ongeclusterd, oftewel: VPT in de wijk.

VPT in de wijk is maatwerk

Een aantal zorgorganisaties is al langere tijd bezig om verpleeghuiszorg bij mensen thuis te organiseren. Deze ‘koplopers’ bieden VPT in de wijk (zie kader ‘Leveringsvormen zorg’) aan oudere mensen die intensieve zorg en ondersteuning nodig hebben én thuis willen blijven wonen. De grootste groep mensen die deze zorg ontvangt, heeft dementie. Andere groepen zijn bijvoorbeeld mensen met Parkinson of MS.

Vilans heeft bij acht van deze koplopers kennis verzameld over hun aanpak bij VPT in de wijk en gekeken naar de bijbehorende succesfactoren. 

‘Je doet het er niet even bij’

Wat blijkt, is dat VPT in de wijk een andere manier van organiseren vraagt dan je als zorgorganisatie gewend bent. Het is namelijk niet te vergelijken met thuiszorg en verpleeghuiszorg. Binnen de bestaande organisatievorm is het niet iets wat je er even bij doet. Bovendien is er geen blauwdruk beschikbaar die je één op één over kunt nemen. Als organisatie bepaal je in ieder geval de kaders, en daarbinnen is veel mogelijk.

Persoonsgerichte zorg

Bij VPT in de wijk staat persoonsgerichte zorg centraal; Wat heeft een cliënt nodig om het leven te leiden dat die wil? Hoe ziet normaal gesproken een doordeweekse dag eruit? Wat doen anderen in het directe netwerk van de cliënt? En hoe kun je daar als zorgverlener zo goed mogelijk op aansluiten? Dat is maatwerk.

Barbara de Groen, adviseur Vilans: ‘Anders dan in een verpleeghuis komen de medewerkers in een VPT-team bij mensen thuis en doen relatiegericht hun werk, in plaats van taakgericht zoals vaker in de thuiszorg het geval. Er is meer tijd en aandacht voor de cliënt. Zo kan een medewerker de persoonlijke verzorging geven, maar ook bijvoorbeeld het ontbijt klaarzetten, samen met de cliënt een kopje thee of koffie drinken, en rustig de dag doorspreken. Ook draait diezelfde medewerker waar nodig een wasje of poetst de keuken en maakt samen met de cliënt een wandelingetje.

Het gaat bij deze VPT-aanpak vooral om het leven van mensen en minder om de zorg. Dat maakt het werk minder hectisch. In de thuiszorg ligt de nadruk primair op taken die echt gedaan moeten worden op basis van de indicatie. Dat is wel een verschil.’

Het maatwerk zie je ook terug in de begeleiding en dagbesteding. Die is vaker op individuele basis en afgestemd op de behoefte van de persoon in plaats van op de (woon)groep zoals vaak in het verpleeghuis het geval is.

Deze vorm roept vragen op

Maar kan dat wel efficiënt? En wie gaat die zorg leveren? Die vragen dringen zich natuurlijk direct op bij het lezen van zoveel extra aandacht en tijd. Barbara: ‘We hebben gezien dat organisaties VPT in de wijk voor elkaar krijgen. Er worden keuzes gemaakt, maar het kan.’

Kennis gedeeld tijdens masterclasses

Vilans heeft vijf series masterclasses georganiseerd voor geïnteresseerde zorgorganisaties. Twee masterclasses in opdracht van Zilveren Kruis; één van De Friesland; één van Menzis en één van regio Eemland (een samenwerkingsverband van zorgorganisaties).

Barbara de Groen, adviseur Vilans: ‘De belangstelling was heel groot. Met zo’n 100 zorgorganisaties hebben we de opgehaalde kennis over VPT in de wijk gedeeld. Hiermee hebben we organisaties handvatten geboden om VPT in de praktijk te organiseren. Bij elke bijeenkomst van de masterclass was een koploperorganisatie aanwezig om vanuit de praktijk het verhaal te vertellen. Dat was van grote waarde.’

Succesfactoren

Hoe je VPT in de wijk ook organiseert, je hebt altijd te maken met een aantal succesfactoren die voor iedere organisatie hetzelfde is. Een drietal voorbeelden:

  1. Het bestuur moet 100% achter het besluit staan om VPT in de wijk te laten slagen. Het is namelijk een wezenlijke verandering in de organisatie en cultuur. VPT in de wijk gaat over een andere aanpak en insteek; je doet het er niet even bij. Het vraagt een heldere visie, die je zowel binnen je organisatie als daarbuiten goed kunt uitdragen. En het vraagt lef en ondernemersgeest.
  2. Voor VPT in de wijk heb je een ander type medewerker nodig dan dat in het verpleeghuis of in de thuiszorg werkt. Je werkt zelfstandig in de wijk, maar je kunt meer tijd besteden aan welzijn. Daar heb je niet per definitie hoog gekwalificeerde beroepskrachten voor nodig. De nadruk binnen het VPT-team ligt op functieniveau 2. Niveau 3 en 4 zijn wel aanwezig in dat team, maar minder in aantal.
  3. De inzet van technologische hulpmiddelen zoals alarmering, gps-tracking en leefstijlmonitoring draagt bij aan het verantwoord vormgeven van het (vanuit de Wlz  vereiste) permanent toezicht. Dat vraagt om een goede opvolging en integratie in het zorgproces.

Dit artikel is een eerste stap om kennis te delen over wat je kunt doen om met VPT in de wijk aan de slag te gaan. Deze kennis vullen we gaandeweg aan.

Downloads

Deel deze pagina via:

Stel je vraag aan