'We willen vooral voorkomen dat er onvrijwillige zorg nodig is'
Gepubliceerd op: 15-11-2021
Vanaf januari 2020 is de Wet zorg en dwang (Wzd) van start gegaan. Hoe gaan zorginstellingen hiermee om en wat kwam er allemaal op hen af? Wij vroegen verschillende instellingen hun ervaringen en tips te delen. Deze keer vertellen Malou van den Nieuwenhof, adviseur beleidsstaf, en Martine Dierckx, manager behandelgroep en programmamanager psychiatrie, over de invoering van de wet bij 23 locaties van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven.
Een rondleiding over de afdelingen, dat zit er in deze coronatijd niet in. Dus spreken we Van den Nieuwenhof en Dierckx online via een vergaderapp. Op het invoeren van de wet had de crisis echter nauwelijks invloed, omdat die voor het grootste deel al ingevoerd was in januari en februari. 'We hadden het geluk dat we vroeg zijn begonnen, dus we hadden al folders gemaakt, de website aangepast, familie-avonden georganiseerd en grote groepen aandachtsvelders Wzd- en GVP'ers opgeleid,' licht Van den Nieuwenhof toe. 'Bovendien blijkt dat de nieuwe wet mooi aansluit op de koers die we als organisatie toch al hadden ingezet. Ons uitgangspunt is en blijft vrijwillige zorg.'
'Collega's niet overladen met informatie'
Als adviseur beleidsstaf houdt zij zich vooral bezig met hoe je zo’n uitgebreide wet tussen de oren van zoveel verschillende medewerkers krijgt. 'Je kunt het document met 85 pagina’s doorsturen, maar je kan niet verwachten dat alle medewerkers dat gaan lezen. Samen met onze interne commissie Wzd ben ik gaan kijken wat voor wie belangrijk is, zodat je collega’s niet overlaadt met informatie.'
Deze commissie Wzd kwam voort uit de oude commissie Bopz en bestaat uit vertegenwoordigers van de hele de organisatie. Er zitten bijvoorbeeld artsen, psychologen en managers in die verschillende disciplines en doelgroepen vertegenwoordigen, zoals de wijkzorg en het verpleeghuis. 'Je wil dat de organisatie hierin goed vertegenwoordigd is, dan heb je meteen al draagvlak voor de plannen.' Daarnaast is in de verschillende fases ruggenspraak gehouden met zorgmedewerkers en werd al in een vroeg stadium de cliëntenraad betrokken. Zij beslissen onder meer mee over onze visie op onvrijwillige zorg, de inrichting van de wet binnen Vitalis en het informeren van cliënten en vertegenwoordigers.
Spelenderwijs leren
Hoe krijg je vervolgens die wet tussen de oren? Het leek Van den Nieuwenhof niet verstandig om nóg meer papieren aan de teams te geven, die krijgen ze al zoveel. Dus werd de Vitalis Academie aangesloten. Deze interne academie schoolt medewerkers en vond alternatieven om de nieuwe stof aan te bieden. Geen reguliere klassikale scholing, maar een vlotte Kahoot-quiz. Dierckx lacht: 'Nu mochten mensen wél met een mobiele telefoon in de les.' Met een goed doel weliswaar: 'Juist met die vragen en antwoorden konden de docenten meer de diepte in. Onze medewerkers konden na de quiz in gesprek over de nieuwe wet met de docenten, die bestonden uit specialisten ouderengeneeskunde, gz-psychologen en een verpleegkundig specialist.'
Daarnaast werd er een spel gemaakt in ganzenbordstijl: Het (on)vrijwillige zorgspel. 'Het spel heeft kaartjes met vragen en antwoorden. De ene helft van de kaartjes is blauw, dit zijn de casusgerichte vragen. Op de andere helft, de groene kaartjes, staan vragen met theoretische vragen over de rollen die er zijn. De aandachtsvelders Wzd en GVP’s kunnen dit spel vervolgens spelen met hun team om zo hun opgedane kennis te verspreiden.'
Focus op de kansen van de Wet zorg en dwang
Deze speelse manier van introduceren in hapklare brokken heeft effect gehad, want over het algemeen is de wet heel positief ontvangen, merken Van den Nieuwenhof en Dierckx. Al is het misschien ook de toon die de muziek maakt, denkt Dierckx. 'We hebben het niet gepresenteerd als we moeten weer, maar hebben juist de focus gelegd op de kansen die de nieuwe wet biedt voor de cliënt.' Die bleken prima aan te sluiten bij de visie van Vitalis. 'We zetten ons al jaren in op het verminderen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Hierdoor werd het niet als heel anders, of zwaar ervaren en willen mensen er echt mee aan de slag.'
Voorkomen dat dwang nodig is
Ook voor de invoering van de wet werden er binnen Vitalis vaak oplossingen gezocht om te voorkomen dat er dwang moest worden toegepast. Denk aan de inzet van GPS zodat iemand naar buiten kan, of een extra laag bed zodat mensen er niet uit vallen. Soms vergt het aardig wat puzzelwerk en kennis van de cliënt om een goede oplossing te vinden.
Van den Nieuwenhof kent heel wat voorbeelden hiervan: 'Zo is er een mevrouw die haar bed uitkwam om voor anderen te zorgen. Zij heeft een wieg met pop gekregen, met de vraag om hier goed voor te zorgen, waardoor ze ’s nachts op haar kamer blijft. Een oud-bakkersvrouw die om half 5 opstaat en achter de nachtdienst aanloopt, kreeg eerst rustgevende medicatie. Nu mag ze vroeg uit haar bed, maar ze mag wel taken doen die gelinkt zijn aan het ontbijt. Daardoor wordt ze rustig. En een oud-politieagent die kamers van medecliënten in en uit bleef lopen is daarmee gestopt toen er bordjes met verboden toegang werden opgehangen.' Juist om dit soort redenen is het heel belangrijk om je cliënt goed te kennen en de familie altijd mee te nemen.
Wat is het verschil met de Wet Bopz?
Het verschil met de Bopz is volgens Dierckx dat deze vooral bedoeld was om de veiligheid van de bewoner te waarborgen. Dit ging vooral over bewegingsmaatregelen, zoals een bedhek. 'Nu gaat het veel meer over hoe de vrijheid van iemand gewaarborgd wordt, hoe wil iemand zijn leven inrichten.' Onvrijwillige zorg wordt enkel ingezet om ernstig nadeel te voorkomen. 'Het gaat niet alleen om letterlijke vrijheidsbeperking. Een voorbeeld is het afnemen van sigaretten tegen de zin van de cliënt, omdat deze niet meer veilig met vuur om kan gaan. Hiermee benadeel je de cliënt, omdat hij niet meer zelf kan roken op een eigen gekozen tijdstip. Maar het gevaar van vuur, kan een zeer ernstig nadeel zijn voor de afdeling. En dan is er sprake van onvrijwillige zorg.'
Multidisciplinaire aanpak
De Wzd geldt niet alleen binnen de muren van de zorginstelling, maar ook daarbuiten. Dierckx: 'We zijn ook verantwoordelijk voor wijkverpleging. Ook in de wijk kunnen mensen met een psychogeriatrische diagnose wonen waar moet worden gekeken of je kan voorkomen of het stappenplan in werking wordt gesteld. Juist deze vroegsignalering is belangrijk.' Voor de wijkzorg een prettige erkenning van hun expertise, meent Dierckx. 'Ook zij hebben soms zware casussen, die soms ingewikkelder zijn, juist omdat mensen nog thuis wonen. De wet geeft hierbij handvatten.' Om goed in te kunnen springen in de wijk wordt door de commissie Wzd proactief contact gezocht met de betrokken huisartsengroepen, om de rollen en taken af te spreken.
Dat is dan ook de belangrijkste tip die Dierckx en Van den Nieuwenhof aan andere instellingen zouden willen meegeven: betrek niet alleen het management, maar neem (huis)artsen en mensen van de werkvloer mee en zorg dat ze alle stappen doormaken. Als zij de visie goed tussen de oren hebben, kunnen ze ook goed signaleren waar mogelijke knelpunten kunnen ontstaan en dwang helpen voorkomen.
Door Chantal van der Leest