Hoe ervoeren oudere migranten coronaperiode?
Gepubliceerd op: 06-06-2024
Nadat de Nederlandse overheid zich in maart 2020 genoodzaakt voelde ‘drastische maatregelen te nemen om de bevolking te beschermen tegen covid-19’, wilde wijkverpleegkundige Annemieke Weulink graag weten hoe oudere Nederlandse thuiswonende migranten deze periode en maatregelen ervoeren. De resultaten van haar onderzoek publiceerde ze onlangs in het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie (TGG).
Weulink interviewde dertien thuiswonende Nederlandse migranten met een verblijfsstatus in de leeftijd van 67 tot 85 jaar. Ze sprak uitgebreid met tien vrouwen en drie mannen die uit Bosnië, Groot-Brittannië, Indonesië, Marokko, Molukken, Montenegro, Suriname, Turkije en Zwitserland komen. Het overgrote deel van de migranten kampte met een of meerdere medische aandoeningen en kreeg al hulp van een mantelzorger voor de pandemie. Ook kreeg de helft van de deelnemende migranten al thuiszorg voor de pandemie uitbrak.
Nadelige neveneffecten
‘We wisten wel dat de maatregelen voor ouderen nadelige neveneffecten hadden, zoals gevoelens van eenzaamheid, maar er was nog vrij weinig bekend over de gevolgen bij oudere migranten. Dankzij mijn onderzoek werd ik me ervan bewust dat er bij mensen met een migratieachtergrond bepaalde tradities en gebruiken meespelen. Het is belangrijk om te weten om welke specifieke zaken het gaat, zodat we bij een nieuwe pandemie aandacht kunnen besteden aan eventuele culturele verschillen. Als zorgprofessionals is het onze taak om de vraag te stellen wat culturele diversiteit betekent voor het verlenen van zorg’, zegt Weulink.
De onderzoeker zag tijdens de vele gesprekken drie thema’s naar voren komen: de emoties van de oudere migranten in relatie tot de COVID-periode, de invloed op hun fysieke, psychische en sociale gezondheid, en de verschillende manieren waarop zij problemen oplosten of vermeden.
Boosheid
De deelnemers ervoeren gevoelens van boosheid, angst, verdriet en eenzaamheid. ‘De mensen die ik sprak keken echt heel negatief terug op de periode waarin ze zo beperkt waren in hun doen en laten. Het viel op dat ze met terugwerkende kracht nog heel goed hun gevoel van boosheid en verdriet naar boven konden halen’, vertelt Weulink.
Meerdere deelnemers waren al voor de pandemie aan huis gekluisterd en dus volledig afhankelijk van anderen, mede door de taalbarrière. Ze kregen veel minder (familie)bezoek. ‘Wat deze mensen veel verdriet deed’ constateerde Weulink, ‘was dat hun kinderen slechts snel de boodschappen kwamen langsbrengen en daarna vrijwel direct weer weg moesten. En dan zaten zij weer alleen.’
Begrafenisverzekering
Diverse maatregelen – zoals een vliegverbod en het verbod op samenkomsten, de beperkingen van fysiek contact – zouden niet bij de culturele en religieuze tradities van de thuiswonende Nederlandse migranten passen. De overheidsbesluiten zorgden ervoor dat zij niet naar hun landen van herkomst konden, en zowel begrafenissen als huwelijken moesten missen.
Weulink: ‘Er zijn mensen die hun hele leven in Nederland wonen met het idee dat als het einde in zicht is, dat ze dan terugkeren naar hun geboorteland. Sommigen moesten als de sodeknetter hier een begrafenisverzekering afsluiten omdat een uitvaart in het buitenland niet mogelijk was.’ Het repatriëren van de overledene was dan soms enkel mogelijk met een vrachtvliegtuig. Weulink noemt die situatie ‘bijna mensonterend’.
Cultuur
‘Een van de deelnemers gaf het volgende aan: “Als mensen die ik goed ken ernstig ziek zijn, dan blijf ik niet weg. Dat past niet in onze cultuur”. Het verplicht afstand houden wekte veel boosheid op’, benadrukt Weulink. Ze herinnert zich de woede van een Marokkaanse man die van zijn gemeenschap niet meer naar de moskee mocht. ‘Het was vreselijk voor hem dat hij niet meer zelf kon bepalen wanneer én hoe hij vormgaf aan zijn geloof.’
Gezondheid
De deelnemers vertelden Weulink dat ze nauwelijks achteruitgang in hun fysieke gezondheid hadden gemerkt. Volgens de onderzoeker probeerden de migranten − terwijl ze hun dagelijks ritme probeerden te behouden − bewust gezond te eten en te bewegen. ‘Ze gingen wandelen, deden huishoudelijke taken en hielpen anderen met klusjes zoals werken in de tuin.’
De maatregelen hadden vooral invloed op hun sociale leven en mentale gezondheid. Weulink: ‘Opmerkelijk was dat ze niet alleen angstig waren vanwege de gedachte dat hun kinderen covid zouden krijgen en dan misschien zouden overlijden. De angst die ze voelden brachten ze vooral in verband met trauma’s uit hun verleden. De migranten die uit een oorlogsgebied of politiestaat kwamen, deelden dat ze dachten dat ze in Nederland in vrijheid zouden kunnen leven, maar door de maatregelen werden ze weer bang dat alles voor hen bepaald werd.’
Copingstrategieën
Om het hoofd te bieden aan de beperkingen en de bijkomende eenzaamheid, angst en onzekerheid die de thuiswonende migranten ervoeren, ontwikkelden ze verschillende copingstrategieën, zoals het voeren van telefoon- en videogesprekken. Weulink: ‘Ik vond het opvallend dat ze, ondanks hun weerstand tegen de maatregelen, heel flexibel naar oplossingen zochten. Ze brachten de tijd door met hobby’s, zoals het luisteren naar muziek of kleding naaien. Ook het geloof gaf hun veel rust. Een mevrouw van 85 vertelde dat ze iedere avond met een vriendin appte om vervolgens samen te bidden. Een Indonesische vrouw had in haar huis allerlei plekjes met religieuze beeldjes waaruit ze troost kon putten, en een Surinaamse vrouw verwoordde de steun die ze aan religie ontleende als volgt: “ik vertrouw op de Heer, en als ik moet gaan, dan ga ik”.’
Zwart-wit
Weulink koestert de wens dat de resultaten van haar onderzoek bij een nieuwe pandemie ‘bijdragen aan de ontwikkeling van strategieën om migranten te beschermen tegen de negatieve gevolgen van beperkende maatregelen’. ‘Ik hoop dat de overheid in de toekomst beseft dat goede zorg leveren niet zo zwart-wit is. Dat ze echt oog heeft voor de noden en vragen van de gemeenschap van migranten en dat ze niet alleen denkt in termen van ‘het kan niet’. Dat ze dus toegewijd kijkt naar de manieren waarop ze bepaalde dingen wél mogelijk kan maken, zodat ze daadwerkelijk tegemoetkomt aan de wensen van deze behoorlijk grote groep mensen.’
Annemieke Weulink (1967) is momenteel regiomanager bij Vierstroom Zorg Thuis. Eerder werkte ze zes jaar als wijkverpleegkundige. Ze studeerde klinische gezondheidswetenschappen en rondde een master Verplegingswetenschappen af.
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie (TGG)
Het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie is een Nederlandstalig, open acces wetenschappelijk tijdschrift voor iedereen met interesse in de biologische, psychologische, sociale en medisch wetenschappelijke gebieden van de gerontologie en geriatrie. Lees in de laatste editie van het tijdschrift het complete artikel van Annemieke Weulink en meld je aan voor de nieuwsbrief.