Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

Zorgorganisaties voelen enorme drive tot samenwerken

Gepubliceerd op: 14-06-2022

Laatst bijgewerkt op: 22-06-2022

Domeinoverstijgende bewegingen, personeelstekorten en corona: het zijn versnellende factoren in de activiteiten en programma’s van RegioKracht. 'Thuis in het Verpleeghuis' startte aanvankelijk met de focus op het kwaliteitskader’, zegt strategisch ondersteuner RegioKracht Jan Verschuren. ‘Maar al snel verlegde die focus zich naar hoe wij als zorgaanbieders en zorgexperts met elkaar omgaan.’

‘De constatering dat we vooral veel óver elkaar praten, maar niet zoveel mét elkaar leidde tot het organiseren van regionale tafels met wisselende onderwerpen’, zegt Jan. En vooral tot het toewerken naar meer samenwerking. Vijf coaches en een communicatie-expert legden de basis voor de nieuwe focus.

Op 12 mei 2022 kwamen regionale programmamanagers bij elkaar om te praten over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regionale samenwerking, voorbeelden van inrichtingsstructuren en over de rol van de programmamanager. Een bijeenkomst die veel inspiratie opleverde. Zo schetste Jan Verschuren hoe Waardigheid en Trots in de regio, nu RegioKracht zich snel ontwikkelt naar een domeinoverstijgende samenwerkingspartner.

Instellingsoverstijgende strategie

In alle regio’s popten nieuwe visies op die de weg effenden om van operationele vraagstukken – die vaak alleen op de eigen organisatie van toepassing waren – door te stappen naar instellingsoverstijgende strategische aanpakken. Nieuwe convenanten werden getekend. Eind 2021 lagen er vanuit deze nieuwe dynamiek 368 projecten met een projectwaarde van 175 miljoen over vier jaar. De projecten varieerden van regionale strategievorming tot het verbeteren van de instroom van medewerkers. Ook werd gestart met andere manieren van opleiden, rekening houdend met personeelstekorten en met veel meer uitwisseling. Duurzame oplossingen kregen voorrang boven korte-termijn-oplossingen.

Teamreflectie

De frisse wind werkte. Meer dan 40.000 verzorgenden zijn inmiddels digivaardig gemaakt en meer dan 300 teams leerden hoe zij dankzij de teamreflectie-methode beter onder spanning kunnen werken, na de stress van corona. Regionale opleidingen werden kwalitatief beter en de roc-opleidingsklassen niveau 3 en 4 zitten vol.

Het zijn maar een paar voorbeelden die laten zien hoe een sector in een paar jaar tijd het verschil kan maken. Jan benadrukt de rol van de programmamanager in het vinden van de nieuwe dynamiek. ‘Dankzij jullie is er een enorme drive om uitdagingen instellingsoverstijgend en in samenwerking aan te gaan.’

Toekomst

Jan schetst dat 2022 deels een inhaaljaar is en deels een jaar van nieuwe initiatieven die tot zeker 2025 door gaan lopen. ‘Opgestarte projecten die eerder vertraging opliepen door corona zijn afgerond. En er ligt een nieuwe vorm van financiering voor regionale samenwerking met de zogeheten differentiatiemiddelen.’

Dit jaar – 2022 – biedt een doorkijkje naar accenten die de komende jaren steeds duidelijker de toon zullen voeren. Het verdelen van het schaarsteprobleem is de rode draad. Personeelstekorten, minder extra middelen, andere keuzes op het gebied van wonen en zorg: het heeft allemaal met schaarste te maken.

Voorjaarsnota

Jan geeft aan dat de nieuwe prioriteiten voor regionale samenwerking en schaarstevraagstukken ook in de voorjaarsnota (medio juni) door gaan klinken. ‘Bewindspersonen Ernst Kuipers en Conny Helder kiezen voor een verlenging van de regionale ondersteuning die vooral breder en domeinoverstijgend zal zijn. ‘Additionele Wlz-brede budgetten zullen dat ondersteunen’, zo verwacht Jan.

Superinteressante uitdaging

Financiering en strategische keuzes zullen ook de ontwikkelagenda gaan kleuren. Jan: ‘Dat wil zeggen meer domeinoverstijgend, een integraal arbeidsmarktbeleid, andere manieren van werken en meer inzet van technologie en innovatie.’

Kijken naar de jaren tot 2025 constateert Jan: ‘Waar we nu voor staan, leidt geen stelselwijziging in. Dit gaat vooral om een cultuurverandering. Het is een superinteressante uitdaging, en we zoeken de randen op van wat er mogelijk is. Soms overschrijden we die en rekken we grenzen op als het om samenwerkingsvormen gaat. Dit is een proeve van loslaten van wat we hebben. We groeien naar een nieuw soort organisatie.’

Programmamanagers reageren

De programmamanagers die het betoog van Jan Verschuren beluisterden, reageerden wisselend. Instemmend en soms ook kritisch.

  • Brenda Klos-Berkhout vindt het een inspirerende tijd: ‘Partijen die elkaar nooit spraken, zijn nu met elkaar in gesprek.’
  • Een andere programmamanager geeft aan dat samenwerken met de gemeente echt nodig is. ‘Maar in het ontwikkelplan waar ik bij betrokken ben, heeft de gemeente Eindhoven nog nooit aan tafel gezeten. Het wisselt dus nog al.’
  • Jacqueline Kuppens: ‘We hebben veel bereikt, maar het is onvoldoende om tot structurele wijzingen te komen. Ik hoop dat het ministerie van VWS dat ook beseft. We zijn als sector nog niet in staat om mensen langer thuis te houden. Het roer moet echt om.’
  • ‘De ene regio is een stuk verder dan de ander in het verbindingen leggen met de gemeente, ziekenhuizen en welzijnspartijen’, aldus René van het Erve. ‘We hebben best nog wel een weg te gaan.’

Jan Verschuren vindt de opmerkingen terecht. ‘Maar de gesprekken met de gemeente vorderen. Niet overal tegelijk, maar de beweging is duidelijk. We praten met zorgverzekeraars en een groeiend deel van de 400 gemeenten.’

Rol van programmamanager

Op de bijeenkomst was ook nadrukkelijk het woord aan de programmamanagers zelf.  Zij discussieerden over hun rol in het snel veranderende speelveld van samenwerking, domeinoverstijgend en nieuwe verantwoordelijkheden. Die rol is lang niet altijd even duidelijk. Het lijkt soms wel of de programmamanager zichzelf steeds opnieuw moet uitvinden.

Een kleine bloemlezing uit de discussie over de rol van de programmamanager:

  • ‘Steeds weer ontdek ik hoe ingewikkeld die rol is. Wie bepaalt wat ik doe en of ik het goed doe? Het is een lastige. Bestuurders van verschillende organisaties, projectleiders, het zorgkantoor, gemeenten: zie je weg maar eens te vinden in dat geheel.’
  • ‘Ik ben een kwartiermaker en ik ervaar een spagaat. Er zijn zoveel belangen om rekening mee te houden dat het nauwelijks te managen is.’
  • ‘Zolang je het over een visie hebt, zijn de partijen het met elkaar eens. Maar wat als je vervolgens coalities moet gaan maken? Dan komen de irritaties boven tafel. Uiteenlopende belangen spelen dan een rol.’
  • ‘Ik zie mijn hoofdrol als het verbinden van mensen. Soms ben je met processen bezig, soms strategie, soms gedrag. Maar het is vooral het verbinden van mensen. Het is constant schakelen. Ik zie mijn werk als een eigen onderneming en ik moet zorgen dat bestuurders mij met die onderneming willen blijven inkopen.’

Oproep

Hoe de rol van de programmamanager zich ook ontwikkelt, meer samenwerken staat buiten kijf. In dit kader doet Joyce Theunissen een oproep: ‘Laten we werk maken van het samenwerken van bestaande kennisplatforms. Laten we de kennis uit de platforms delen, zodat we beter kunnen opschalen en verder de regio in kunnen trekken. Ik roep regio’s die hier in zijn geïnteresseerd op om mee te doen.’

Ondertussen in Zaanstreek Waterland

Onderdeel van de sessie van 12 mei was een presentatie van Sacha Gramberg over regionale samenwerking in Zaanstreek Waterland. Die samenwerking met gemeenten in het gebied, met huisartsen, Zilveren Kruis en met welzijnspartijen, klinkt als een klok. Iedereen was dan ook enthousiast over deze presentatie. Maar er waren ook vragen. ‘Er zijn toch ook nog wel problemen in de samenwerking? In Zaanstreek Waterland en zeker in de andere regio’s. Waar worstelen we nu precies mee? Dat mag wel wat duidelijker benoemd worden.’ Al verder pratende bleek dat de financiering achter domeinoverstijgende samenwerking een van de struikelblokken vormt.

Verschillen tussen regio’s

‘Er valt ook nog wel wat te halen in de inspiratie over en weer’, zei een ander. Maar ging het wel echt om inspiratie? Een frictie die daar wel op lijkt is dat niet elke regio al even ver is als Zaanstreek Waterland. René van het Erve stipt dat aan: ‘Ik werk voor zeven regio’s. Geen van mijn regio’s is nog zover als de regio Zaanstreek Waterland. De verbindingen in de keten met ziekenhuis, huisartsen, management en welzijnspartijen, daarin is nog een weg te gaan.’

Inspirerende stand van zaken

Op het gebied van transfer is er al wel over en weer veel samenwerking. Ook met de wijkverpleging in het sociaal domein. Een deelnemer constateert: ‘Maar echt iets veranderen in de ketensamenwerking is nog lastig. Er is veel bedacht, maar het ontbreekt aan doorzettingsmacht.’

Dat laatste vinden andere deelnemers aan de discussie toch wat te zwart-wit gesteld. ‘Die doorzettingsmacht is groeiende. We zien in de afgelopen drie tot vier jaar duidelijk positieve veranderingen.’

Met deze constatering in het achterhoofd is de presentatie van Sacha Gramberg toch vooral een inspirerende stand van zaken. Met positieve ervaringen waar andere regio’s die nog niet zo ver zijn hun voordeel kunnen doen.

Door Rob van Es

Over RegioKracht in de zorg

RegioKracht in de zorg richt zich op het versnellen van de transitie die nodig is om de zorg en ondersteuning aan ouderen en mensen met een beperking toegankelijk te houden. lees meer over het programma RegioKracht in de zorg.

Deel deze pagina via: