Naar hoofdinhoud Naar footer

Zuidoost Friesland als voorbeeld van domeinoverstijgende samenwerking

Gepubliceerd op: 26-11-2022

Laatst bijgewerkt op: 06-04-2023

Domeinoverstijgend samenwerken is volgens Zuidoost Friesland dé manier om te komen tot duurzame, kwalitatief goede ouderenzorg. In deze regio werken ziekenhuis, huisartsen, ouderenzorg en zorgkantoor al meerdere jaren nauw samen.

De drie perspectieven van Zuidoost Friesland

Tijdens de (online) netwerkbijeenkomst van Duurzame medische zorg op 17 november lichtten bestuurders, zorgkantoor en verschillende behandelaren in deze regio toe waarom en hoe ze dat doen en wat ze hiermee hopen te bereiken. Een mooi voorbeeld voor andere regio’s, zeker als die nog niet zo ver zijn, maar wel graag (meer) domeinoverstijgend willen samenwerken.

Dialoogwijzer

Regio’s en/of organisaties die na het lezen van deze perspectieven zelf een sessie willen organiseren over domein overstijgende samenwerking, kunnen daarbij gebruik maken van de nieuwe dialoogwijzer van Waardigheid en trots. 

In deze dialoogwijzer staat een programma beschreven om een bijeenkomst te organiseren aan de hand van video’s waarbij de verschillende perspectieven worden getoond. Aan de hand van vraagstellingen uit de dialoogwijzer kan er in subgroepjes met elkaar worden gediscussieerd. Daarnaast is er een voorbeeld-draaiboek, dat naar eigen inzicht kan worden aangepast.

Perspectief van de bestuurders

‘Betrokkenheid van bestuurders is vereist’

Goede domeinoverstijgende samenwerking vereist de betrokkenheid van bestuurders, daarover zijn Anke Huizenga en Bert Kleinlugtenbeld het roerend eens. De laatste is voorzitter van de raad van bestuur van Ziekenhuis Nij Smellinghe; Anke is lid van de RvB van zorgorganisatie ZuidOostZorg, met dertien locaties in Zuidoost Friesland. Het idee voor de samenwerking met het ziekenhuis ontstond in 2017, vertelt zij. Zo bleek het steeds moeilijker om specialisten ouderengeneeskunde te vinden voor de avond-, nacht- en weekenddiensten (ANW). ‘Niet alleen ons probleem, dachten wij’, zegt Anke. 

Bert knikt. ‘Wij hadden weer andere problemen’, vult hij aan. Zoals de bedden die werden bezet door oudere patiënten die medisch uitbehandeld waren en de toenemende druk op de Spoedeisende Hulp (SEH). ‘Ook wilden we het aantal geriaters uitbreiden en vroegen we ons af hoe we specialisten ouderengeneeskunde en geriaters dichterbij elkaar konden brengen.’

De bestuurders besloten om te onderzoeken hoe ze konden samenwerken en betrokken al snel de huisartsen van de Dokterswacht bij dit bestuurlijk overleg, met als uitgangspunt: hoe kunnen we samen zorgen voor een toekomstbestendig systeem en kwalitatief goede zorg? Anke: ‘De huisartsen gaven aan dat ze vaak voor en in het weekend ouderen zagen waarvan ze niet wisten wat ze er mee moesten; ouderen die ook in het ziekenhuis niet op hun plaats zijn. Terwijl zij wel klachten hebben die je serieus moet nemen.’

Afdeling Tijdelijke Opname Ouderen (ATOO)

Zo ontstond het idee voor een gezamenlijke Afdeling Tijdelijke Opname Ouderen (ATOO) voor Zuidoost Friesland. De doelgroep: ouderen die in het ziekenhuis liggen en niet naar huis kunnen en patiënten op de SEH die niet meteen specialistische zorg nodig hebben. 

‘Die mensen horen eigenlijk ook niet in het ziekenhuis. Het grote voordeel is dat je voortijdig afbuigt; zo bespaar je kosten en voor ouderen is het ziekenhuis ook niet de beste omgeving om te verblijven. Bovendien is er dan de expertise van de ouderenzorg om hen te begeleiden’, vertelt Bert.

De ATOO werd in maart 2021 gevestigd op het terrein van het ziekenhuis en verhuisde dit voorjaar naar een afdeling binnen het ziekenhuis. Op de ATOO is de specialist ouderengeneeskunde de hoofdbehandelaar en er is een behandelteam met onder andere fysio- en ergotherapeuten, dat nauw samenwerkt met SEH-artsen en geriaters. De tevredenheid over de zorg op de afdeling en de aandacht die mensen er krijgen is groot, vertelt Bert. 

‘Ik vind het belangrijk dat wij deze samenwerking uitdragen als ziekenhuis. En dat we durven zeggen dat als het gaat om de expertise, vooral rondom comorbiditeit bij ouderen, we vooral moeten leunen op de expertise van ZuidOostZorg. Een andere belangrijke randvoorwaarde is dat de huisartsen meedoen.’

Niet alleen denken vanuit schaarste

Anke en Bert zijn het erover eens dat de toenemende zorgbehoefte vergt dat partijen de krachten bundelen. Niet alleen denkend vanuit schaarste, maar ook vanuit de gedachte dat beroepsgroepen van elkaar kunnen leren. ‘Ik merk dat geriaters echt enthousiast zijn, evenals de verpleegkundigen’, zegt Bert. Een omgeving die innoveert blijkt aantrekkelijk voor professionals, is ook de ervaring van Anke. 

‘En de dynamiek ervan’. Bovendien, zo merkt zij op, kun je door het bij elkaar brengen van beroepsgroepen waarin sprake is van schaarste, die schaarste goed bestrijden. ‘Om het voor elkaar te boksen, moet je de regio alleen niet te groot maken’, voegt Bert toe. ‘De kracht zit hem in de flexibiliteit en kleinschaligheid van de regio. Maak je het te groot, dan leidt dat tot bestuurlijke ballast. Je moet als regio’s leren van elkaar en durven pikken van elkaar.’

Perspectief van het zorgkantoor

‘Belangrijk om vanuit vertrouwen samen te werken’

Wat de rol is van Zorgkantoor Zilveren Kruis in de samenwerking van de verschillende partijen in de zorg in Zuidoost Friesland? Daar is geen eenduidig antwoord op, vertelt Margot Woolderink, kwaliteitsadviseur bij het zorgkantoor. ‘Onze rol is een dynamische. De ene keer is dat een verbindende rol, de andere keer een meer sturende.’ 

Vaststaat dat het zorgkantoor graag een rol wil spelen in het zoeken naar hoe partijen de zorg in de regio zo optimaal mogelijk met elkaar kunnen organiseren, mede gelet op de tekorten aan personeel en beschikbare middelen. 

‘Sinds 2018 bouwen we hier in Friesland samen aan en dat doen we op basis van een gezamenlijke regiovisie. Vandaaruit kijken we vanuit verschillende projecten naar de uitdagingen waar we voor staan. Zo is de arbeidsmarkt en de samenwerking daarin heel belangrijk, evenals het vastgoed. Het is steeds afhankelijk van de inhoud welke partijen in een project samenwerken. Soms gebeurt dat provinciaal, soms regionaal.’

Spoedplein

Als voorbeeld noemt zij de plannen voor een gezamenlijke spoedvoorziening, het Spoedplein, waar drie partijen in het ziekenhuis gaan samenwerken: SEH, huisartsen en de V&V. ‘Het is goed dat professionals samen kijken naar wat er nodig is en vooral naar wie daarbij nodig is. We zijn bezig zo veel mogelijk potentieel te halen uit wat we hebben; dat we met minder professionals meer cliënten kunnen bedienen. Daarin komen we met elkaar de schotten in de financiering tegen en daar moeten we aan de aanbiederskant en zeker ook aan onze kant hard aan werken. Voor ons als zorgkantoor betekent dat in gesprek gaan met verzekeraars en gemeentes.’

Data verzamelen

Daarbij is het volgens Margot belangrijk om eerst te laten zien dat het anders kan en wat dat oplevert. Daarom is het belangrijk om data te verzamelen. Zoals bijvoorbeeld een nulmeting betreffende de ligduur en later de eventuele daling daarvan. Verder vereist innovatie flexibiliteit en experimenteerruimte. ‘Ook voor ons als zorgkantoor is het soms zoeken. We weten waar we naartoe willen met elkaar en wat er op ons afkomt, maar het moet wel allemaal gebeuren bij de zorgaanbieders. Dat vraagt heel veel en dat met de personeelstekorten en de coronatijd die we gehad hebben. Je moet met elkaar realistisch zijn over wat haalbaar is.’ Trajecten vergen tijd, benadrukt zij. ‘Als zorgaanbieder heb je nodig dat er ruimte is om eerst te voelen. Ik vind het belangrijk dat we als zorgkantoor vanuit vertrouwen met elkaar samenwerken.’

Perspectief van de behandelaars

‘We hebben een integrale zorgaanpak nodig’

‘Niet naast elkaar, niet na elkaar, maar geïntegreerd, interdisciplinair met elkaar’, zo vat Mascha van der Lee het zorgconcept voor het Spoedplein in Zuidoost Friesland samen. Zij is als specialist ouderengeneeskunde bij ZuidOostZorg betrokken bij de ontwikkeling van het Spoedplein, evenals SEH-arts Lot Jansen van Nij Smellinghe en Rick Reekers, huisarts in Oosterwolde. ‘Er zijn steeds meer kwetsbare ouderen, met meerdere ziektes. Het is onze overtuiging dat we het met elkaar moeten doen en we die integrale zorgaanpak nodig hebben’, vertelt Mascha.

Versnipperd

De plannen voor het Spoedplein sluiten aan bij de Afdeling Tijdelijke Opname Ouderen (ATOO), die eerder (2021) geopend werd. Op het Spoedplein gaan drie structuren samenwerken: SEH, huisartsen en V&V. ‘Nu is de zorg versnipperd. De huisarts verwijst naar het ziekenhuis, of anders en het duurt een tijd voordat je als patiënt daadwerkelijk een antwoord krijgt’, zegt Mascha. 

Lot vult aan: ‘Op het Spoedplein willen we bij binnenkomst meteen beoordelen wat de best plek is voor de patiënt: huisartsenzorg of ziekenhuiszorg.’ Rick voegt daaraantoe: ‘De rol van de huisarts is dat je signaleert wat er aan de hand is en waar de patiënt het beste mee bediend is. Dat patiënten op de plek komen waar ze de juiste zorg ontvangen.’ En dat, hoopt Lot, kan de druk op de ‘regelmatig overbelaste SEH-artsen’ mogelijk verlichten.

Leren van elkaar

De aanwezigheid van een specialist ouderengeneeskunde op het Spoedplein biedt grote voordelen, denkt Mascha. ‘Want als SO heb je een goed zicht op gecombineerde problemen bij kwetsbare ouderen en op de behoeften van mensen met een cognitieve achteruitgang. Op die manier kun je er als SO aan bijdragen dat een cliënt de juiste zorg op de juiste plek krijgt.’ 

Volgens Rick is het goed dat zorgprofessionals op het Spoedplein kennis opdoen in elkaars vakgebied. Daarbij wijst hij op de verwachte tekorten aan huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en geriaters. ‘Je moet bereid zijn om te kijken hoe je elkaar kunt ondersteunen en in elkaars vakgebied een stukje van het werk kunt oppakken.’ ‘En dat’, zo zegt Lot, ‘betekent dat je goed met elkaar moet praten en met elkaar meekijkt, zodat je echt weet van elkaar wat je doet. Anders blijft het theorie’, zegt zij.

Digitalisering van de zorg

Mascha is optimistisch over de kans van slagen van het Spoedplein. ‘Ik denk’, zegt zij, ‘dat het meer voldoening geeft. Je leert van elkaar en krijgt meer inzicht in structuren, zodat het makkelijker wordt om te overleggen en je betere beslissingen kunt nemen. We gaan echt kijken naar de inhoud en willen voorkomen dat we last hebben van de schotten in de financiering. Dus: de juiste zorg op de juiste plek, onafhankelijk van de vraag waar de cliënt woont en hoe we dat financieren. Ik verwacht ook dat we aan taakherschikking kunnen doen. En dat we kunnen uitbreiden naar de preventieve kant, zodat we straks vaker voorkomen dat mensen hier naartoe moeten komen.’

 Een belangrijke voorwaarde noemt Rick tot slot een goede verslaglegging in universele dossiers. ‘Zodat we bij elkaar kunnen kijken en dubbelwerk kunnen voorkomen.’ Dat vergt een veilige koppeling van de systemen van betrokken zorgorganisaties. Zo ver is het nog niet. ‘Maar’, besluit Mascha, ‘digitalisering en één dossier voor cliënten zou het inderdaad een stuk makkelijker maken.’

Tekst: Karin Burhenne

Meer weten

Downloads

Deel deze pagina via: