Onderzoek
Laatst bijgewerkt op: 17-04-2024
Het programma MGZ in de regio wordt begeleid met actieonderzoek door de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). In de dagelijkse praktijk wordt onderzocht hoe regionale samenwerking vorm krijgt. De lessen die uit het onderzoek worden getrokken, worden gedeeld met de regionale betrokkenen om zo direct te kunnen bijdragen aan het proces en de uitkomsten. Ook worden overstijgende lessen getrokken voor beleidsmakers, financiers (zorgkantoren, zorgverzekeraars), toezichthouders en andere belangstellenden. Bovendien worden de resultaten van het onderzoek door MGZ in de regio landelijk gedeeld, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten.
Aanleiding onderzoek
Bij het regionaal organiseren van medisch generalistische zorg zien we een aantal terugkerende uitdagingen. Dat gaat bijvoorbeeld om de beperkte reikwijdte van initiatieven (het gaat veelal om initiatieven binnen de VVT-sector); de beperkte schaalgrootte van initiatieven (initiatieven waarbij bijvoorbeeld één afdeling betrokken is); knellende landelijke (beleids)kaders en regelgeving bij regionale initiatieven. Daarnaast is er een grote vrijblijvendheid bij de ontwikkeling van regionale samenwerkingen, waarbij de uitdagingen van alledag regelmatig boven het regionale belang gaan.
Onderzoeksaanpak
Door middel van actieonderzoek willen wij regionale samenwerking in de medisch generalistische zorg faciliteren door inzichten te genereren over terugkerende uitdagingen van regionale samenwerking. Hiertoe worden verschillende casussen onderzocht. Dit zijn zowel casussen in de zorgpraktijk, zoals regionale initiatieven rondom stepped care en eHealth; als casussen over ontwikkelingen in beleid, zoals het transparant maken van de behandelingscomponent in de Wlz.
Bij het onderzoeken van casussen in de zorgpraktijk loopt een onderzoeker voor langere tijd in de praktijk mee om te kijken hoe een initiatief werkt. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een huisartsenpraktijk voor bijzondere doelgroepen. Een onderzoeker voert observaties uit in de zorgpraktijk, bijvoorbeeld door zorgverleners te schaduwen in hun werkzaamheden en/of door aan te sluiten bij sessies waar de contouren van een initiatief ontworpen en besproken worden, en houdt interviews met betrokkenen (o.a. zorgverleners, cliënten, managers, projectleiders en bestuurders) over het initiatief. Ook bij casussen rondom ontwikkelingen in beleid voert een onderzoeker observaties uit (bijvoorbeeld in overleggen) en worden betrokkenen geïnterviewd.
Opbrengsten van het onderzoek
Inzichten uit het casuïstiekonderzoek worden teruggekoppeld op verschillende niveaus:
1. Aan de deelnemers van het initiatief
Op regionaal niveau worden inzichten uit het casuïstiekonderzoek kortcyclisch teruggekoppeld aan degenen die betrokken zijn bij onderzochte initiatief. Deze inzichten gaan, o.a. over knelpunten bij het initiatief, om zodoende werkbare oplossingen te vinden en een bijdragen te leveren aan het inbedden van initiatieven in de werkpraktijk. Bij casuïstiek over het ontwikkelen van beleid dat regionale samenwerking faciliteert worden inzichten ook teruggekoppeld aan betrokkenen. In dit geval zijn dat veelal stelselpartijen.
2. In de leerkringen (georganiseerd door Vilans)
Op bovenregionaal niveau worden inzichten uit het onderzoek gedeeld in de verschillende leerkringen die binnen MGZ in de regio georganiseerd worden. Deze leerkringen bundelen overeenkomstige initiatieven in de regio, bijvoorbeeld rond stepped care, triage, taakherschikking en de inzet van technologie, en hebben als doel om het leren tussen regio's die aan vergelijkbare initiatieven werken te faciliteren.
3. Door middel van landelijke kennisdeling
Op nationaal niveau worden inzichten uit het onderzoek gedeeld op landelijke netwerkbijeenkomsten en via de website van Vilans. Dit zijn vooral inzichten die voor een breed scala aan bestuurders, beleidsmakers en zorgprofessionals binnen de MGZ relevant zijn.